Dat de top van een plant het snelst groeit komt simpelweg doordat hij het hardste zuigt aan de suikervoorraad. De rol die auxine hierbij speelt is zwaar overschat, melden Australische onderzoekers in PNAS.

Daarmee halen ze een dogma onderuit dat al tachtig jaar bestaat. Vrijwel iedereen nam aan dat het topje auxine (of liever: indol3-azijnzuur, een plantenhormoon) produceert dat naar beneden zakt als signaal om elders geen zijtakken te vormen. Dat die wél ontstaan zodra je bovenin het topje wegknipt, zou komen doordat de auxinestroom wegvalt.

Klonk ook logisch, al klopten er een paar details niet. Zo was het wel gek dat je de auxine niet terugvond in de groeicentra op lagere hoogte, en dat er iets te veel proeven werden gedaan waarbij het mechanisme gewoon niet werkte.

De Australiërs hebben nu om te beginnen simpelweg een webcam op een van die lagere knoppen gericht. Eens per half uur maakte hij een opname, zodat achteraf precies zichtbaar was hpoe lang het duurde eer zo’n knop begon te groeien als je het topje uit de plant knipte. Uit andere knoppen werd vocht weggehaald, waarna met UPLC-MS zowel naar het auxine- als naar het sucrosehalte werd gekeken.

Resultaat: de groei begint soms wel 24 uur vóórdat de auxineconcentratie echt merkbaar begint te dalen. Maar wel ná het moment waarop het sucrosegehalte begint op te lopen omdat bovenin het verbruik is weggevallen. Dat is dus de mop: zodra de top doorgroeit ligt zijn sucroseverbruik zo hoog dat er voor de rest van de plant te weinig overblijft om uit te kunnen botten.

Die sucrose stimuleert namelijk op twee manieren de groei: het levert de benodigde energie én het vermindert de expressie van een gen genaamd BRANCHED1 dat via-via de rem op de knoppen zet.

Gerichte toediening van een extra dosis sucrose en/of auxine op verschillende plekken, bevestigde dat het zo werkt.

In een later stadium blijkt auxine dan wél weer te regelen welke nieuwe zijtakken verder mogen doorgroeien en welke niet. Dat voorkomt dan weer dat een fiere rechte plant in een soort ongecontroleerd struikgewas verandert.

De auteurs vermoeden dat er nog wel meer processen zijn waarbij suikerconcentraties een veel grotere rol spelen dan nu wordt aangenomen.

bron: PNAS

Onderwerpen