In China zijn muizen gekweekt door haploïde stamcellen te injecteren in eicellen. Het inbrengen van genetische modificaties wordt hierdoor gemakkelijker dan ooit, claimt Jinsong Li (Shanghai Institute for Biological Sciences) in het tijdschrift Cell.

De truc is in de eerste plaats bedoeld om genetisch gemodificeerde proefdieren te kweken. Maar Li denkt op termijn ook menselijke vaders te kunnen helpen die hun genetische afwijking juist niet willen doorgeven aan hun nageslacht.

Hij maakt zijn stamcellen door onvolgroeide eicellen (oöcyten) van hun celkern te ontdoen en daar een zaadcel in te injecteren. Het resultaat neemt voldoende chemische karakteristieken van dat sperma over om een andere eicel te kunnen bevruchten. En uiteraard heeft het, net als die zaadcel, maar één set chromosomen in plaats van twee.

Het voordeel van deze stamcellen is dat je ze kunt modificeren en dat je van die gemodificeerde versie in vitro een voorraadje kunt kweken. Met gewone zaadcellen lukt dat niet, omdat die überhaupt niet in staat zijn zichzelf te delen.

Bovendien geeft een muis, die uit zo’n stamcel voortkomt, de modificatie gegarandeerd aan 50 procent van zijn/haar nakomelingen door.

De huidige gemodificeerde-muizenkweekmethode is veel minder efficiënt. Daarbij moffel je een gemodificeerde stamcel tussen de normale cellen van een pril embryo (blastocyst). Dat embryo wordt zo een chimera: een muis opgebouwd uit cellen waarvan een klein gedeelte afstamt van die ene gemodificeerde cel. Dat geldt ook voor eicellen en sperma, zoat ook een deel van de nakomelingen de modificatie me krijgt. Maar het percentage is veel lager dan die 50 procent. Bovendien zijn er nogal wat diersoorten, waaronder apen, waarbij deze techniek in het geheel niet werkt.

Zoals gezegd verwacht Li dat zijn stamcelmethode ook bij apen en zelfs bij mensen werkt. Uiteindelijk zou je zo ernstige genetische afwijkingen uit het genoom van de vader kunnen rechtzetten, zodat de baby tenminste niet gehandicapt ter wereld komt.

Uiteraard zijn er ook andere toepassingen te verzinnen, maar laat maar zitten.

bron: Cell Press

Onderwerpen