Dankzij een nieuw chemisch-enzymatisch proces kun je voortaan smeermiddelen maken van plantaardig afval. Onderzoekers van het Duitse onderzoeksinstituut Fraunhofer-Gesellschaft hebben ontdekt hoe je plantaardige oliën kunt epoxideren. Ze zijn nu bezig met de opschaling van het proces.

Smeermiddelen worden gemaakt van epoxides, die ook bruikbaar zijn voor onder andere oppervlakteactieve stoffen in was- en schoonmaakmiddelen. Momenteel gebruikt men voor de productie van die epoxides voornamelijk aardolie als grondstof. In het kader van het Integrated BioProduction project hebben onderzoekers van het Fraunhofer-Gesellschaft nu een chemisch-enzymatisch proces ontwikkeld, waardoor je plantaardige oliën kunt gebruiken als grondstof. De methode werkt bij neutrale pH en onder normale druk, en heeft een lagere temperatuur nodig dan het aardolieproces.

De nieuwe reactie is een epoxidatie van de dubbele bindingen in vetzuren uit plantaardige oliën met een perzuur. Het perzuur maken de onderzoekers door een lipase-enzym te laten reageren met een deel van de vetzuren en waterstofperoxide. Deze perzuren reageren vervolgens met de vetzuren tot epoxides. In tegenstelling tot huidige methodes vindt deze reactie plaats zonder de vorming van bijproducten.

Voor de reactie kun je olie van verschillende planten gebruiken, bijvoorbeeld uit zaad van de mosterdplant of de vlierstruik. Deze olie komt bij voedselproductie vrij uit planten, maar wordt niet gegeten.

De reactie werkt alleen nog op labschaal, maar het proces is al wel geschikt voor industriële productie. Momenteel zijn de onderzoekers bezig om het proces naar 100-literschaal te brengen.

 

Bron: Fraunhofer-Zentrum für Chemisch-Biotechnologische Prozesse CBP

Onderwerpen