De papierindustrie wil vluchtige vetzuren uit het proceswater isoleren om ze elders te hergebruiken.

Het Kenniscentrum Papier en Karton (KCPK) werkt aan een mobiele proefinstallatie waarmee het hergebruik bij drie grote papierfabrieken tegelijk kan worden onderzocht. In eerste instantie willen de procestechnologen de vetzuren afzetten in de landbouw, waar ze onder meer kunnen dienen als antibroeimiddel voor kuilvoer.

 

‘We proberen ook contacten te leggen met de chemie, waar de vetzuren kunnen worden gebruikt voor de productie van onder meer coatings, kleurstoffen, verduurzaming van hout en als oplosmiddelen’, zegt ir. Renée van Boxtel van het KCPK in Arnhem. ‘De biobased economy kan daardoor een stapje dichterbij komen. Wat een afvalprobleem is voor onze branche, is een waardevolle grondstof voor een andere branche.’

 

Vetzuren vormen een flink probleem in de papierindustrie. Anaerobe bacteriën maken de vetzuren tijdens het pulpproces uit de opgeloste organische polymeren, zoals zetmeel. Ze veroorzaken niet alleen fikse geuroverlast in de fabriek en in de omgeving. ‘Als we niet ingrijpen dan kunnen ook breuken ontstaan in de papierlijn’, vertelt Van Boxtel.

 

De papierfabrieken in Nederland produceren de niet kinderachtige hoeveelheid van 70.000 ton van het opgeloste organisch materiaal. Ze gebruiken op dit moment duizenden kilogrammen aan bestrijdingsmiddelen om de anaerobe bacteriën te doden. Deze bestrijding zou dan achterwege kunnen blijven, wat een aanzienlijke kostenbesparing kan opleveren.

 

Het probleem is dat de vetzuren in uiterst lage concentraties in het proceswater zitten, slechts 0,25 massaprocent. ‘Doordat er enorme hoeveelheden proceswater in het geding zijn, is er toch sprake van forse hoeveelheid’, aldus Van Boxtel. Daar komt nog bij dat de terugwinning van vetzuren maatwerk moet zijn. Bij een fabriek met een bijna honderd procent gesloten waterkringloop ontstaan andere vetzuren en in een andere fase van het productieproces dan bij een fabriek met een open watersysteem.

 

Het terugwinningsproces en de valorisatie van de vetzuren worden onderzocht in samenwerking met het bedrijf Procede in Enschede waar verschillende scheidingstechnieken zoals adsorptie, extractie en filtratietechnieken, waaronder membraantechnologie worden beproefd. Als voor­scheidingsstap om de vaste delen te verwijderen, kijkt men naar de mogelijkheden van een dissolved air flotation unit, waarbij luchtbelletjes de vaste deeltjes naar het oppervlak brengen. Het onderzoek loopt nog tot september 2012 en kost een half miljoen euro. Het ministerie van Econo­mische Zaken subsidieert de proef met 330 duizend euro in het kader van het programma TERM Bioraffinage. De papierfabrieken SCA Packaging De Hoop, Eska Graphic Board en Smurfit Kappa Roermond Papier betalen samen 170 duizend euro.

Onderwerpen