Onderzoek: regenwoud nuttiger dan oliepalmplantage

Grootschalige teelt van oliepalmen is een ramp voor de biodiversiteit terwijl het nauwelijks een daling van de wereldwijde CO2-uitstoot oplevert. Laat dan liever het regenwoud intact en blijf aardolieproducten verstoken, zo suggereert een internationaal onderzoeksteam in het tijdschrift Conservation Biology.

Veel wetenschappers vermoedden dit allang. Alleen lijken de nadelen van palmolie nog een graadje erger dan gevreesd.

Op zich leidt het verstoken van palmolie uiteraard tot een lagere netto CO2-uitstoot dan wanneer je aardolie of aardgas verstookt. De pijn zit in het opzetten van de oliepalmplantage. Vooral in landen als Maleisië en Indonesië wordt op grote schaal regenwoud platgebrand op grond vrij te maken. Daarbij komt zó veel CO2 vrij dat het 75 tot 93 jaar duurt voordat de palmolie-oogst deze uitstoot volledig heeft gecompenseerd en echt CO2-winst begint op te leveren, zo schatten de onderzoekers.

Ze geven toe dat ze er een paar jaar naast kunnen zitten, maar de ordegrootte zou overtuigend genoeg moeten zijn: palmolie als biobrandstof is gewoon geen goed idee.

Daar komt nog bij dat van de diersoorten die in het regenwoud leven, slechts eenzesde kan overleven op een plantage. En dat zijn voornamelijk soorten die toch al niet zeldzaam waren.

Volgens dit onderzoek heeft het aanplanten van oliepalmen alleen zin op grasland dat ooit voor landbouw is gebruikt maar door de boeren is verlaten. In dat geval boek je na 10 jaar al CO2-winst.

bron: BBC News

Onderwerpen