Nederlandse rokers krijgen volgens het RIVM veel meer kwalijke stoffen binnen dan is toegestaan. Toch houden de tabaksfabrikanten zich aan de regels, blijkt bij officiële controles in hetzelfde lab. Op bezoek bij twee zware kettingrokers.

We passeren een waterpijp, gaan door een deur met opschrift ‘verstikkingsgevaar’ en plots is er een vertrouwde lucht. Neus en brein staan meteen op scherp: sigaretten, vroeger vast onderdeel van de journalisten-habitat.

Dit is geen shisha lounge, geen café dat het rookverbod negeert, maar het rooklab van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Hier huizen SM410RH en RM20H, de twee grootste kettingrokers van Nederland. ‘De rookafvoer van deze rookmachines is prima, maar als de sigaretten zijn opgerookt, valt de peuk uit de houder in een bak water. Ik denk dat je
dat ruikt’, zegt topexpert tabak Reinskje Talhout.

Normen

Dit voorjaar kwamen Talhout en haar collega Walther Klerx in het nieuws: rokers krijgen twee tot ruim twintig keer meer teer, nicotine en koolstofmonoxide (TNCO) binnen dan de officiële tests aangeven, constateerden zij. Dat is verontrustend én opmerkelijk; het instituut in Bilt­hoven is namelijk ook de instantie die in Nederland controleert of de tabaksfabrikanten geen loopje nemen met de regels. Daarvoor zijn de rookmachines geïnstal­leerd.

Deze middag is een van de machines in de weer voor een ringstudie. Verschillende Europese laboratoria controleren of ze wel dezelfde TNCO-waarden meten. Tien sigaretten naast elkaar in houders worden tegelijkertijd met een soort auto-aansteker aangestoken. Als het apparaat zijn eerste trekje neemt, gloeien er negen aan. Ra­zend­snel klapt Klerx het apparaat open, grijpt een aansteker en laat ook die ene onwillige sigaret ontbranden. De askegels groeien aan, tot elke sigaret een draadje doorbrandt en de peuk dooft.

Alle sigaretten- en shagmerken in Neder­land belanden eens in de drie jaar in dit
laboratorium om te bepalen of de fabrikanten de TNCO-normen niet overschrijden. Dat gebeurt volgens een in 2004 binnen Europa afgesproken protocol: de ISO-me­thode. Daarvoor staat Rauch­maschine20H klaar, in staat om een heel pakje tegelijk weg te paffen. Om de minuut neemt het apparaat van alle twintig sigaretten een trekje van 35 ml rook. Die gaat door een filter waar de vaste bestanddelen een bruin laagje vormen. ‘Dat is brutoteer’, vertelt Klerx. ‘Dat weeg je. Vervol­gens extraheer je de nicotine en het water, die hoeveelheden trek je ervan af en dan kom je uit op nettoteer.’ Ook de gasvormige bestanddelen die door het filter heen gaan, vangt het apparaat op. Met de niet-dispersieve infrarood (NDIR)-techniek bepaalt Klerx vervolgens de hoeveelheid koolstofmonoxide die de roker zou hebben binnengekregen.

Slap afgeleide

Dat zou je verwachten, maar deze officiële methode, vastgesteld door een Europese commissie waar de industrie een grote vinger in de pap heeft, is een slap afgeleide van wat een echte roker doet. Die neemt veel vaker een trekje en inhaleert dan 60 % meer rook. En er is nog een factor die het realiteitsgehalte ondermijnt: de ventilatiegaatjes in het filter. Hoe meer er zijn en hoe wijder, hoe meer valse lucht de rookmachine aanzuigt, tot wel 80 %.

‘Gaatjes aanbrengen is een makkelijke manier om de rook te verdunnen en de samenstelling ervan schijnbaar te verbeteren’, vertelt Talhout. ‘Toen er in de jaren zeventig zorgen kwamen over de gezondheidsgevolgen van roken, leken sigaretten met minder teer een prima gedachte. Men vergat dat door filterventilatie het gehalte aan nicotine evenredig omlaag gaat, waardoor de roker zijn gedrag aanpast. Om toch voldoende nicotine binnen te krijgen, gaat die dieper inhaleren, meer en of langere trekjes nemen of hij steekt vaker op.’ Bovendien houdt een roker bewust of onbewust ongeveer de helft van de gaatjes met zijn lippen of vingers dicht.

‘Sjoemelsigaret’

Fabrikanten pasten de gaatjes toe in zogeheten light-sigaretten, aangeprezen als gezonder alternatief. Inmiddels is er een verbod op aanduidingen als light en mild. Toch hebben inmiddels alle filtersigaretten ventilatiegaatjes. Die zijn namelijk ook ideaal om de ISO-test te doorstaan. De term ‘sjoemelsigaret’ deed zijn intrede, maar formeel zijn de gaatjes volkomen legaal.

Om de invloed van het testprotocol en het filterontwerp duidelijk te maken, onderwierpen Talhout en Klerx honderd Neder­landse sigarettenmerken aan de Canadian Intense test. Je stelt de rookmachine dan anders in. De tijd tussen twee trekjes halveert en het volume van een trekje gaat naar 55 ml per keer. Klerx toont nog een ander belangrijk verschil: bij ISO blijft het filter in de rookmachine vrij, als tussen twee getuite lippen, de Canadian Intense gebruikt hulzen die de gaatjes in het filter afsluiten. ‘Het is een testmethode die in
de literatuur veel toepassing vindt en die de WHO aanraadt’, zegt Talhout. ‘Cana­dian Intense is ook niet optimaal, maar wel realistischer.’

Ventilatiegaatjes zijn ideaal om de ISO-test te doorstaan

De testresultaten maakten half juni veel los in de media. Met dit testprotocol komen namelijk alle reguliere sigarettenmerken hoger uit dan de maximaal toegestane waarden voor TNCO. De hoeveelheden nicotine en teer lagen twee tot ruim twintig keer hoger dan bij de ISO-test. Hoe meer ventilatie in het filter, hoe groter de meet­verschillen.

‘De ISO-test geeft vooral een goede indruk van de hoeveelheid ventilatie in het filter, Canadian Intense geeft een beter beeld van de hoeveelheid schadelijke stoffen die een roker inhaleert’, concludeert Talhout. Daar komt nóg een minpunt van de ventilatiegaatjes bij. ‘Het verbrandingsproces verandert, waardoor een roker van sigaretten met veel filterventilatie waarschijnlijk meer van het kankerverwekkende formaldehyde binnenkrijgt.’

Betere meetmethode

Talhout zou dan ook graag zien dat er in Europa niet alleen grenzen worden gesteld aan TNCO, maar ook aan andere componenten in de rook, zoals aldehydes en nitrosamines. ‘Dat heeft alleen zin met een betere meetmethode’, benadrukt ze.

Voorlopig zit ze nog opgescheept met de ISO-test. Toch heeft het labwerk van Talhout, Klerx en hun twee onvermoeibare rokers al succes gesorteerd. Staats­secre­taris Paul Blokhuis (VWS) kondigde in mei aan dat hij zich bij zijn Europese collega’s en de Eurocommissaris sterk wil maken om sigaretten ‘zonder gesjoemel’ te meten.