Kleine stukken niet-coderend RNA die tot verhoogde expressie komen, hebben een voorspellende waarde voor borstkanker. Sterker nog, je kunt patiënten ermee indelen naar overlevingskans. Mogelijk kan dit in de toekomst bijdragen aan een betere diagnostiek. Dat concluderen Canadese onderzoekers in EMBO Reports.

De wetenschappers die bijdragen aan het Cancer Genome Atlas Project (TCGA) analyseerden ‘restjes’ niet-coderend RNA (smRNA) die vaak voorkomen in de buurt van de plek waar transcriptie begint. Ze gebruikten monsters van 47 vrouwen met een bepaald type invasieve borstkanker. Voor gezonde cellen en kankercellen brachten ze in kaart welke stukken DNA ten grondslag lagen aan de tot expressie gebrachte stukken smRNA. Bij kankercellen waren dit andere DNA-gebieden dan bij gezonde cellen.

Met deze informatie kon de onderzoeksgroep vervolgens bij een nieuwe serie monsters voorspellen welke cellen kankercellen waren en welke niet. Ook konden de patiënten op basis van het smRNA-profiel verdeeld worden in drie verschillende groepen met verschillende klinische uitkomsten en daarmee andere overlevingskansen. Ook voor andere tumorsoorten bleek de analyse van smRNA in de meeste gevallen een voorspellende waarde te hebben.

Tot nu toe werden stukken niet-coderend RNA gezien als ‘transcriptieruis’ zonder functie, omdat ze niet coderen voor eiwitten. Dit onderzoek toont aan dat er mogelijk toch een functie is weggelegd voor smRNA.

Bron: EMBO Reports

Onderwerpen