De eiwitlus V3, onderdeel van de eiwitenveloppe van het HIV-1-virus, vormt een goede target dat besmetting met verschillende stammen van het AIDS-virus moet voorkomen, zo stellen onderzoekers van het Dana-Faber Kankerinstituut in Boston, VS.

V3 was al bekend, maar het werd altijd gedacht dat de eiwitlus door de snelle mutatie van het virus, in verschillende stammen te verschillend is om als target te dienen.

Eerder lukte het om primaten tegen een specifieke HIV-1-stam te beschermen door monoklonale antistoffen in te spuiten. Maar deze apen waren dan niet beschermd tegen andere stammen. Doordat de mutatiesnelheid van het AIDS-virus zo hoog ligt, ontstaan er veel verschillende stammen die de antistof omzeilen. Onderzoekers zijn daarom al jaren op zoek naar een virusonderdeel dat cruciaal is voor alle HIV-virussen en niet snel muteert.

Voor de studie, gepubliceerd in PLos One, kregen Aziatische makaken monoklonale antilichamen gericht tegen V3 ingespoten, afkomstig uit een met HIV-1 geïnfecteerde persoon. Vervolgens werden de apen geïnfecteerd met verschillende HIV-1-stammen. Het resultaat was verbluffend, aldus hoofdonderzoeker Ruth Ruprecht. Alle apen die de antistof kregen, waren beschermd tegen de verschillende AIDS-virussen. De controle-apen die de antilichamen niet kregen, waren wel geïnfecteerd.

Het toedienen van monoklonale antilichamen zal niet voor langdurige bescherming zorgen omdat het een passieve manier van immuniteit opwekken is. Na een bepaalde tijd verdwijnen de antilichamen uit het lichaam. Wat je wil is dat het lichaam zelf de antilichamen maakt en immuungeheugen opbouwt.

Als volgende stap wil Ruprecht daarom op basis van het V3-eiwit een vaccine ontwikkelen dat tot langdurige, actieve immuniteit leidt.

Bron: Plose One

Onderwerpen