Met nanodeeltjes en infraroodlicht kun je energiezuiniger destilleren dan met een verwarmingsmantel onder je rondkolf. En je destillaat is soms nog zuiverder ook, claimen Naomi Halas en collega’s van Rice University in Nano Letters.

Dat nanodeeltjes IR-licht absorberen en daardoor opwarmen is inmiddels algemeen bekend. Tot nu toe probeert men dat vooral uit te buiten in de medische hoek, bijvoorbeeld als middel om tumoren zeer gelokaliseerd kapot te stoken. Maar je kunt ze natuurlijk ook gewoon in een destillatiekolf doen om vloeistof aan de kook te brengen.

De energiewinst zit dan in het feit dat alleen de onmiddellijke omgeving van de deeltjes hoeft te koken en niet de hele kolf. De componenten die rond de deeltjes verdampen, worden door diffusie vanzelf aangevuld vanuit de rest van de vloeistof.

In principe moet het met zonlicht en goedkope koolstofnanodeeltjes kunnen, maar Halas probeerde het uit met een 15 W nabij-infraroodlaser en 100nm-silicadeeltjes met een goudlaagje.

Water en 1-propanol blijk je dan net zo goed te kunnen scheiden als in een klassieke destillatie-opzet. Met water en ethanol gaat het zelfs beter: de klassieke azeotroop blijkt te verschuiven zodat het ethanolgehalte van je destillaat ‘beduidend’ hoger is dan de gebruikelijke 96 %.

Halas denkt niet dat het geschikt is voor grootschalige industriële destillatie, maar voor snel afdestilleren van alcoholen als onderdeel van complexe laboratoriumsyntheses zou het erg handig kunnen zijn.

bron: C&EN