In de VS zijn nanodeeltjes ontwikkeld die als contrastmiddel kunnen dienen voor zes medische scantechnieken tegelijk. Nu nog een scanner die ze alle zes tegelijk kan uitvoeren, schrijven onderzoekers van de University at Buffalo in Advanced Materials.

De ‘hexamodale’ deeltjes van Jonathan Lovell en collega’s bestaan uit een anorganische kern en een organische schil. De kern bestaat uit natrium, ytterbium, yttrium, tantaal en fluor en is oorspronkelijk ontworpen voor ‘upconversion’, waarbij je invallende fotonen omzet in een kleiner aantal fotonen met een hogere energie-inhoud. In dit geval zenden de deeltjes blauw licht uit als je ze aanstraalt met infrarood.

De schil bestaat uit porfyrine-fosfolipiden. Die fluoresceren en trekken bovendien koperionen aan die onder meer als contrastmiddel voor PET-scans kunnen dienen.

Beide delen zijn biocompatibel en zouden dus moeten kunnen worden ingespoten bij patiënten, al zullen klinische tests nodig zijn om zeker te wetenen dat die aanname klopt. Vervvolgens kun je (vrijwel) tegelijk een CT-scan, een PET-scan, fotoakoestische imaging, fluorescentie-imaging, upconversion-imaging en iets met Tsjerenkovstraling doen.

Het kan niet anders of je ziet zo veel meer dan wanneer je maar één techniek tegelijk gebruikt. Lovell heeft de deeltjes voorzichtig uitgeprobeerd in de lymfeknopen van muizen. Met CT- en PET-scans drong hij het diepste door in het weefsel maar met een fotoakoestische techniek zag hij details van bloedvaten die die eerste twee scans misten.

Hij en zijn collega’s hopen dat het de bouwers van medische apparatuur zal inspireren om daadwerkelijk met zo’n hexamodale scanner te komen.

bron: University at Buffalo