Een brede interesse en zich niet snel willen specialiseren, is een gemeenschappelijk kenmerk van studenten life sciences. Opleidingen spelen daarop in met een groeiend aanbod aan researchmasters die de oude grenzen tussen vakgebieden en universiteiten overschrijden.

‘Een student scheikunde wil moleculen maken. Een life sciences-student heeft een bredere, minder vastomlijnde interesse en houdt die brede oriëntatie tot ver in de masterfase’, aldus een snelle karakterschets door Maxim Kuil, die als programmacoördinator voor de master chemistry en life science and technology aan de Universiteit Leiden met beide typen studenten in aanraking komt.

Universiteiten doen de laatste jaren duidelijk hun best om die breed geïnteresseerde life sciences-student met een variatie aan aansprekende masters te bedienen. Niet zelden brengen meerdere (technische) universiteiten en/of academische medisch centra expertise in voor gezamenlijke multidisciplinaire masters. Het geeft studenten volop keus, al profileren sommige masters zich ‘unieker’ dan ze daadwerkelijk zijn door overlap in de inhoud met andere masters. C2W life sciences geeft een overzicht van researchmasters in de life sciences en licht enkele masters uit (in C2W 2 volgen de masters voor chemici). Deze researchmasters zijn direct toelaatbaar met een life sciences-bachelor opleiding, zoals een Bsc biology of biomedische wetenschappen. Enkele masters vragen echter wel aanvullende eisen, zie de tabel.

Instelling

Life sciences-master

Erasmus MC Rotterdam

 

infection & immunity,

 

nanobiology* (samen met TU Delft)

Leiden Universiteit

 

biopharmaceutical sciences

 

biomedical sciences

 

life science and technology*

Maastricht Universiteit

 

biomedical sciences

 

systems biology

Radboud Universiteit Nijmegen

 

biomedical sciences

 

molecular mechanisms of disease

 

medical biology

Rijksuniversiteit Groningen

 

molecular biology and biotechnology

 

biomedical engineering*

 

medical pharmaceutical sciences

 

medical and pharmaceutical drug innovation

TU Delft

 

biomedical engineering*

 

life science and technology*

 

nanobiology*

TU Eindhoven

 

biomedical engineering*

 

regenerative medicine and technology (samen met de UU en het UMC Utrecht)

Universiteit Utrecht

 

infection & immunity

 

biology of disease

 

molecular and cellular life sciences

 

regenerative medicine and technology (deels ook UMC Utrecht)

 

cancer and stem cell biology

UTwente

 

biomedical engineering*

Universiteit van Amsterdam

 

biological sciences: general biology

 

biomedical sciences

 

life sciences: systems biology

Vrije Universiteit Amsterdam

 

medical natural sciences

 

biomolecular sciences

 

biomedical sciences

 

bioinformatics and systems biology*

*Bij deze masters kan een schakelprogramma nodig zijn voor de toelating.

 

Medical natural sciences integreert medische en exacte werelden

Populair nanoveld

TU Delft en Erasmus MC Rotterdam startten in 2012 eerst met een bachelor en in 2015 ook met de gelijknamige master ‘nanobiology’. Nanobiology gaat uit van de gedachte dat toekomstige onderzoekers gedegen kennis van moleculaire biologie en fysica in zich moeten verenigen, zodat ze het begrip van fysische processen in de cel op hoger niveau brengen. Enes Şahin (23) maakt deel uit van de eerste lichting van masterstudenten. ‘Zo´n hele nieuwe studie vond ik best een gok. Organisatorisch waren wij de proefkonijnen. De roosters van nu lijken totaal niet meer op die van ons. Maar de inhoud van de studie brengt op een prachtige manier de nieuwste technologie samen met de nieuwste inzichten uit de biologie. Vakken als natuurkunde en wiskunde wisselen af met bijvoorbeeld genetica.’

Voor Şahin is nanobiology geavanceerde technologie inzetten om meer te leren over de complexiteit van het leven. Zelf bestudeert hij voor zijn masteronderzoek in het Erasmus MC de rol van bepaalde eiwitten bij DNA-reparatie. ‘Ik gebruik meetinstrumenten die daadwerkelijk de sterkte van de binding tussen bepaalde eiwitmoleculen aan een DNA-molecuul meten. Dan ben je dus echt op nanoschaal aan het meten!’

Şahin begon aan de master met slechts elf medestudenten, met wie hij veel contact heeft, vooral via Whatsapp. ’Dat helpt om gefocust te blijven op de studie’. De studie wordt populairder, weet hij: ‘Dit jaar zijn er meer dan honderd bachelorstudenten begonnen. Ik heb gehoord dat de universiteit met ingang van 2017 een numerus fixus instelt. Alles met ‘nano’ is momenteel bijzonder populair.’

Rekenen aan bioreactoren met de master life sciences and technology in Delft

Na een gecombineerde brede bachelor life sciences and technology (LST) in Leiden en Delft, verzorgen de Universiteit Leiden en de TU Delft sinds 2009 elk hun eigen versie van de master LST. In Leiden ligt de focus op moleculaire en biomedische aspecten, terwijl in Delft het accent meer ligt op industriële en biotechnologische aspecten, met voor ingenieurs karakteristieke verplichte onderdelen als design en een bedrijfsstage. Gaandeweg haar bachelor kwam Isabelle Schroeten (23) erachter dat zij de engineeringkant interessanter vindt dan het meer fundamentele biomedische onderzoek. Haar afstudeerrichting biochemical engineering binnen de doorstroommaster LST aan de TU Delft ligt dan ook dicht tegen de bioprocestechnologie aan. ‘Het is veel rekenen aan bioreactoren.’ Een master LST in Leiden heeft Schroeten, ondanks de gezamenlijke bachelor, daarom maar heel kort overwogen. ‘De master LST in Leiden was voor mij te fundamenteel.’

Klinische toepassing met engineering

De Universiteit Utrecht, UMC Utrecht en de Technische Universiteit Eindhoven verzorgen sinds enige jaren gezamenlijk het masterprogramma regenerative medicine and technology (RMT), dat je deels in Utrecht en deels in Eindhoven kunt volgen. Deze master leidt multidisciplinaire onderzoekers op die bestaande kloven tussen de biomedische wetenschappen, engineering en klinische toepassingen kunnen overbruggen.

‘Bij biomedische wetenschappen zijn de redeneringen over regeneratievraagstukken eerder vanuit de verschillende ziektebeelden’, vertelt masterstudent Inge van Hooijdonk (23). ’Terwijl in feite aan alle regeneratieprocessen een aantal algemene principes ten grondslag liggen. De engineering gaat meer uit van die benadering. Ik denk dat die aanpak de biomedische wetenschap verder gaat brengen.’

Opvallend is dat het masterprogramma RMT voor het grootste deel uit stages bestaat, zo’n 70 %, waaronder een lange onderzoeksstage van negen maanden en vaak nog een stage van een halfjaar. Hooijdonk is net klaar met haar ‘mini-PhD’, zoals ze het zelf noemt: stamcelonderzoek bij de afdeling Mondziekten, Kaak- en aangezichtschirurgie van het UMC. ‘Een leerzame ervaring. Maar dit type onderzoek staat voor mij te ver van de praktijk af. Ik ga alleen een PhD doen als ik een onderzoek vind dat al wat dichter bij een klinische toepassing is. Ik heb nog een halfjaar keuzeruimte en dat ga ik besteden aan een aantal managementvakken. Ik wil nog leren wat er komt kijken bij het op de markt brengen van een medisch product.’

 

RMT is een unieke combinatie tussen biomedisch en engineering

Bruggetjes bouwen

Het masterprogramma medical natural sciences van de Vrije Universiteit Amsterdam prijst zichzelf aan als een unieke kans voor studenten die wetenschappelijk onderzoek en praktische toepassingen willen combineren.

Marjolein Verhoeven (22) is geïntrigeerd door het grensgebied tussen de biomedische en de exacte wetenschappen. ‘Ik wil graag meehelpen om bruggetjes te bouwen tussen diepgaande biomedische kennis en de meer exacte toepassing. Dus beide werelden met elkaar integreren.’ Haar aanvankelijke keuze voor een master oncologie vond zij te eenzijdig biomedisch. ‘Daarom ben ik medical natural sciences erbij gaan doen. Daar zit meer het exacte gepuzzel in.’ Dat uit zich bijvoorbeeld in de twee verplichte vakken biomedical modelling and simulation en advanced image processing. Verhoeven: ‘Je leert modelleren en programmeren, waarmee je het segmenteren van tumoren op MRI-plaatjes kunt automatiseren. Zo komt het biomedische samen met de exacte wereld, de oncologie en de technologie.’

Verhoeven benadrukt dat zelfs bij de keuze voor dezelfde master geen enkele student exact hetzelfde studieprogramma volgt. ‘Bij medical natural sciences volg je in het eerste jaar drie verplichte vakken. De rest is vrije keuzeruimte, die je in samenspraak met de studiecoördinator passend invult. Verder doe je twee korte stages buiten de universiteit, terwijl de rest van het tweede jaar grotendeels in het teken staat van een lange onderzoeksstage binnen de universiteit of het VU Medisch Centrum.’

⇒ Op de Carbon Masterdag van de KNCV kom je meer te weten over deze en andere masters.

⇒ Kijk of je vanuit de bachelor kunt doorstromen naar een master op www.doorstroommatrix.nl. Een minpunt is wel dat het overzicht niet compleet is.