Voor het eerst is een syntheseroute voor artemisinine bedacht die simpel genoeg lijkt om betaalbaar te worden. Wellicht komt ’s werelds populairste malariamedicijn daardoor binnen bereik van ontwikkelingslanden, schrijven Rudolf Allemann en collega’s van Cardiff University (Wales) in Angewandte Chemie.

Nu wordt vrijwel alle artemisinine nog gewonnen uit zomeralsem (Artemisia annua). Er zijn al verschillende syntheseroutes voor uitgevonden, vaak combinaties van klassieke organische synthese en enzymkatalyse. Maar hoe elegant ze ook waren, toch bleken ze tot nu toe telkens te omslachtig en te duur om te concurreren met de plant. Ook de meest ambitieuze poging tot nu toe, van farmaconcern Sanofi, is hierop stukgelopen.

Die plant gaat uit van farnesyldifosfaat (FDP), dat hij eerst omzet in het tussenproduct dihydroartemisinine-aldehyde, afgekort DHAAl. Dat gaat via een aantal stappen waarvan de eerste wordt gekatalyseerd door een enzym genaamd sesquiterpeen synthase amorfadieen synthase, afgekort ADS. Tot nu toe heeft men eigenlijk altijd geprobeerd die route zo goed mogelijk te imiteren.

Allemann heeft nu ondtekt dat het veel sneller kan als je FDP vervangt door 12-hydroxyfarnesyldifosfaat. Het ADS-enzym blijkt qua partnerkeuze niet zo kieskeurig; het accepteert die ene extra OH-groep gewoon. En het mooie is dat je dan in één keer DHAAl krijgt in plaats van een intermediair.

Bovendien is de synthese van 12-hydroxyfarnesyldifosfaat een koud kunstje. Je maakt het in twee stappen uit farnesylchloride, dat in de handel verkrijgbaar is.

Allemann vermoedt dat er nog veel meer interessante producten zijn te maken door handig te spelen met de ’promiscuïteit’ van dergelijke synthase-enzymen.

bron: Cardiff University