Timo De Groof, promovendus aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, bestudeert nanobodies: kleine stukjes antilichaam die een receptor beïnvloeden die een rol speelt bij de ontwikkeling van kanker.

Het humaan cytomegalovirus, ofwel HCMV, staat erom bekend doofheid te kunnen veroorzaken bij ongeboren kinderen. Maar dit herpesvirus, waarmee 80 tot 90 % van alle volwassenen besmet is, brengt ook andere risico’s met zich mee. Zo versnelt het de groei van verschillende kankertypes. ‘HCMV laat zijn eigen genen tot expressie komen via de machinerie van de gastheercel’, vertelt Timo De Groof, promovendus bij de groep medicinal chemistry aan de Vrije Universiteit (VU) in Amsterdam. ‘Een van die genen codeert voor de receptor US28. Die virale receptor, die erg lijkt op chemokinereceptoren, kan verschillende pathways activeren die tumorgroei versnellen. En hij speelt een rol bij het ontwijken van het immuunsysteem. Hij fungeert als een zogeheten chemokine sink: hij bindt aan chemokines die normaal gesproken het immuunsysteem zouden aanzetten om de tumorcellen aan te vallen.’

 

Antilichamen

De Groof onderzoekt de rol van US28 in de twee eerder beschreven processen. ‘We richten ons op nanobodies: kleine moleculen die de US28-receptor kunnen aansturen’, legt de promovendus uit. ‘Die nanobodies zijn kleine fragmenten van zogeheten heavy chain antibodies. Die vind je alleen in kameelachtigen, zoals lama’s. Het voordeel van die fragmenten is dat ze zich binden aan specifieke pockets van de receptor: bindingsplaatsen die moeilijk te bereiken zijn met conventionele antilichamen. Wij onderzoeken hoe synthetische varianten daarvan de activiteit van US28 kunnen beïnvloeden.’

 

‘Vanaf nu kan het heel snel gaan’

Dat de nanobodies zo klein zijn, heeft een tweede voordeel: je kunt ze laten produceren door micro-organismes. Conventionele antilichamen zijn daarvoor te groot – en dus duurder. ‘Onze nanobodies zijn oorspronkelijk geïsoleerd uit lama’s, maar we hebben nu een hele bibliotheek van fragmenten die zijn gesynthetiseerd door micro-organismes’, vertelt De Groof. ‘Samen met een collega heb ik een methode ontwikkeld om die bibliotheek te screenen op nieuwe nanobodies die mogelijk US28 kunnen moduleren. We gebruiken de nanobodies als hulpmiddel om de rol van US28 verder te ontrafelen en mogelijke strategieën voor kankertherapiën te ont­­dekken.’

 

Stroomversnelling

De Groof benadrukt dat zijn onderzoek vooral fundamenteel van aard is. Toch werken onderzoekers elders al aan toepassingen. De Groof is werkzaam in de VU-groep van Martine Smit, die lange tijd samenwerkte met Ablynx, een Belgisch bedrijf dat het onderzoek aan lama-antilichamen op de kaart zette en nu hard op weg is de eerste nanobody-therapie op de markt te brengen: een nanobody tegen een erfelijke bloedstollingsziekte. ‘Dit zijn heel spannende ontwikkelingen in de nanobody-wereld’, zegt De Groof. ‘Die nanobodies zijn handige hulpmiddelen om de rol van dergelijke receptors bij gezonde en zieke mensen verder te onderzoeken. De eerste octrooien zijn al aangevraagd: op nanobodies die aangrijpen op humane en virale chemokinereceptoren.’

Hoe staat dit onderzoek er over tien jaar voor? ‘Dat is moeilijk te zeggen’, antwoordt De Groof, ‘maar ik weet zeker dat het nanobody-onderzoek in de komende paar jaar in een stroomversnelling komt. Vanaf nu kan het heel snel gaan.’