Het nieuwe SARS-achtige virus hCoV-EMC infecteert cellen door te binden aan het exopeptidase DPP4, dat voorkomt in de luchtwegen. DPP4 is vrijwel hetzelfde in veel verschillende diersoorten, wat kan verklaren waarom hCoV-EMC cellen van vleermuizen, varkens én mensen kan infecteren.

Het human coronavirus-Erasmus Medical Center (hCoV-EMC) dook afgelopen zomer op in het Midden Oosten, en is waarschijnlijk afkomstig van vleermuizen. Het veroorzaakt ernstige en soms dodelijke infecties van de lagere luchtwegen.

hCoV-EMC behoort tot hetzelfde geslacht als het beruchte SARS-virus (SARS-CoV), maar al snel werd duidelijk dat hCoV-EMC een andere receptor gebruikt om cellen te infecteren. Niet alleen infecteerde het virus menselijke cellen waarvan de receptor voor SARS-CoV geblokkeerd was, het bleek ook nog eens in staat tot repliceren in cellen van vleermuizen en varkens.

Dit vermogen om cellen van verschillende diersoorten te infecteren was niet eerder bij een coronavirus waargenomen. Het vermoeden rees dat hCoV-EMC gebruik maakt van een receptor die sterk evolutionair geconserveerd is onder verschillende diersoorten.

Onderzoekers van de Universiteit Utrecht en het Erasmus MC hebben nu ontdekt welke receptor dat is. De functionele receptor voor hCoV-EMC is dipeptidyl peptidase 4 (DPP4), een exopeptidase dat onder meer tot expressie wordt gebracht door epitheelcellen in de luchtwegen. Het DPP4 eiwit komt inderdaad in vrijwel dezelfde vorm voor bij veel verschillende diersoorten. Voor het virus betekent dat een enorm arsenaal aan potentiële gastheren. Voor mensen betekent het een blijvende dreiging: het virus springt waarschijnlijk makkelijk van dier tot dier over, en kan dus ook steeds weer bij mensen terechtkomen.

De identificatie van de receptor van hCoV-EMC is van belang voor verder onderzoek. Het geeft inzicht in mogelijk ziekteverloop en epidemiologie, en helpt bij de ontwikkeling van geneesmiddelen die de binding tussen virus en receptor kunnen blokkeren.

bron: UU, Erasmus MC

Onderwerpen