In Stockholm is de eerste kunststoffolie ontwikkeld die knoflooklucht en andere penetrante voedselgeuren écht tegenhoudt. Een verademing voor je medereizigers in het openbaar vervoer, belooft een publicatie in ACS Applied Materials & Interfaces.

Zulke geurtjes worden vooral veroorzaakt door organische zwavelverbindingen, en de folie bestaat dan ook voor 89 gewichtsprocent uit een fijn verdeelde zeoliet die dergelijke verbindingen efficiënt absorbeert. De zeolietkorrels, met een gemiddelde diameter van een paar micrometer, worden bij elkaar gehouden door een matrix van cellulose-nanovezels. Met 10 MPa valt de treksterkte alleszins mee.

Het idee van zo’n absorptiemiddel is niet nieuw. In het verleden is het ook wel eens met actieve kool geprobeerd, maar de onappetijtelijke zwarte kleur van dat spul bleek een ernstige handicap. De folie van Lennart Bergström en collega’s lijkt voor het eerst zowel fysisch/chemisch als marketingtechnisch acceptabel.

De bereiding is vrij bewerkelijk. Je maakt een dispersie van cellulosevezels en een van zeolietkorrels. De eerste is een kwestie van een half uur in een ultrasoonbad, de tweede van drie dagen in een kogelmolen. Beide materialen zijn aan het oppervlak negatief geladen, dus aan de zeoliet voeg je Ca2+-ionen toe als een soort crosslinkers, plus polyethyleenglycol om de boel te stabiliseren. Daarna roer je beide dispersies door elkaar, waarna je via vacuümfiltratie het water er uit zuigt. De folie blijft dan achter op je filterpapiertje.

Welke geuren het resultaat precies tegenhoudt, hangt sterk af van de gekozen zeoliet. De Zweden simuleeerden knoflookgeur met ethaanthiol en propaanthiol. Van de zeolieten die ze uitprobeerden bleken silicalite-1 en ZSM-5 het meest effectief: een 100 micrometer dikke folie houdt ze voldoende tegen om beneden de menselijke reukgrens (in dit geval ongeveer 0,2 ppm) te blijven.

Waarbij wordt gesuggereerd dat je voor uienlucht, schimmelkaaslucht of doerianlucht wellicht een andere zeoliet moet kiezen.

bron: American Chemical Society