Kevin Verstrepen schreef een boek over Belgisch bier. Niet zomaar een boek, maar het resultaat van jarenlang wetenschappelijk onderzoek door de ‘bierprofessor’ van België.

In het boek Belgisch bier, getest en geproefd, vorige maand verschenen, beschrijven Kevin Verstrepen en Miguel Roncoroni de eigenschappen van maar liefst 250 Belgische bieren: ‘een complete gids’, zo luidt de ondertitel. Verstrepen (43) weet waar hij over schrijft: hij is hoogleraar genetica aan de KU Leuven, directeur van het Institute for Beer Research, en hoofd van het departement microbiologie van het Vlaamse Instituut voor Biotech­nologie (VIB). ‘Wat me aanspreekt is de combinatie van wetenschap en het brouwproces’, vertelt hij.

Verstrepen onderzoekt gisten om hun biologie beter te kunnen begrijpen, maar ook om nieuwe giststammen te ontwikkelen. Ruim een jaar geleden opende hij een experimentele brouwerij, zodat ze die nieuwe gisten nu ook op grotere schaal kunnen testen. Voor elke geanalyseerde biersoort deed het onderzoeksteam zowel chromatografische analyses als een ‘zintuiglijke beoordeling’, zoals Verstrepen proeven noemt. ‘Het proeven klinkt natuurlijk leuk, maar het kost ook veel tijd en het is lastig om er goede wetenschappelijke data uit te verkrijgen. Daarom selecteerden we vijftien mensen die na een opleiding consistent veel smaken konden onderscheiden.’ Zij proefden de biertjes blind: ze wisten niet welk bier het was en dronken bovendien uit geblindeerde glazen. ‘Eerst introduceren we het brouwproces, de belangrijkste ingrediënten en onze analysemethodes. Daarop volgt de beschrijving van elk biertje.’

 

Beter begrip van ziektes

Verstrepen geeft toe dat zijn boek niet geschikt is om in één keer uit te lezen. ‘Je kunt beter een biertje uitzoeken en dan de beschrijving lezen met het biertje erbij.’ De opbrengst van het boek gaat gedeeltelijk naar het project ‘Wetenschap op stap’, dat basisschoolkinderen enthousiast wil maken voor biowetenschappen. Dat is natuurlijk niet gericht op bier. Verstrepen: ‘Daar zijn ze dan nog een beetje te jong voor. Maar als ze later zouden gaan studeren, is bierbrouwen wel heel geschikt om de basis van biochemie uit te leggen. Het is een complex proces waar alles in terug komt.’

 

‘Veel bekende ziektes zijn eerst in gist onderzocht’

Verstrepens interesse in brouwprocessen was al gewekt tijdens zijn master bioingenieurswetenschappen aan de KU Leuven. ‘Voor mijn afstudeerstage in Zuid-Afrika deed ik onderzoek naar wijntechnologie. Dat vond ik zo interessant, dat ik sindsdien steeds met gist heb gewerkt.’ Na zijn masteropleiding bleef Verstrepen eerst in Leuven voor een promotieonderzoek naar bieraroma. In 2003 vertrok hij naar Boston om postdoctoraal onderzoek te doen aan MIT. Daarna kreeg hij de kans om aan Harvard een eigen onderzoeksgroep te beginnen die met gisten genetische processen in kaart bracht. ‘Onderzoek naar gistcellen kan helpen om ziektes beter te begrijpen’, legt Verstrepen uit. ‘Veel bekende ziektes zijn eerst in gist onderzocht.’ In 2009 keerde Verstrepen met zijn onderzoeksteam terug naar Leuven.

‘Wat je in het boek ziet, is maar een klein deel van ons onderzoek’, vertelt Verstrepen. Toch is het duidelijk dat bier een grote rol speelt in het professionele leven van Verstrepen. Al drinkt hij na al die jaren ook nog steeds met plezier een biertje in het café. ‘Daar geniet ik zeker nog van. Maar ik merk wel dat we vaak eerst minutenlang aan het biertje aan het ruiken zijn. Dan blijven we toch wetenschappers.’