In de VS is een Cas9-nuclease ontdekt dat een kwart kleiner is dan we tot nu toe hadden. Voor het editen van genen in levende zoogdieren maakt dat enorm veel uit, melden de ontdekkers in Nature.

Op zich doet de grootte van dat enzym er niet toe. Maar de genetische code is ook korter, en daar draait het om.

Crispr/Cas9, de populairste genetische editingtechniek van het moment, begint er immers mee dat je die code in je cellen moet zien te krijgen. Als drager (‘vector’) gebruik je dan het liefst een adeno-geassocieerd virus (AAV), omdat dat voor zover bekend vrij is van schadelijke bijwerkingen. Maar zo’n AAV heeft een beperkte capaciteit: bij 4.500 basen houdt het op. De tot nu toe gebruikte Cas9-variant uit de bacterie Streptococcus pyogenes zit op 4.200 basen. Met enige moeite kunnen er nog net een paar RNA-codes bij om aan te geven wáár Cas9 moet gaan knippen, maar prettig werken is het niet.

Onderzoekers van het Broad Institute hebben nu ontdekt dat de Cas9-variant van Staphylococcus aureus (niet per se de multiresistente MRSA-stam) net zo efficiënt werkt. Maar de code van ‘SaCas9’ is ruim 1.000 basen korter. Die ruimte kun je dus benutten voor toeters en bellen die je aan dezelfde AAV-vector kunt meegeven.

De bedenkers hebben het gedemonstreerd door in de lever van een levende muis een AAV-vector te injecteren met SaCas9 en de instructie om het Pcsk9-gen te verknippen, dat een rol speelt in de cholesterolhuishouding. Na een week bleek meer dan 40 % van de Pcsk9-genen gemodificeerd, en hadden de muizen duidelijk minder cholesterol in hun bloed.

Waarmee het editen van menselijke genen dus ook weer een stap dichterbij komt.

bron: Broad Institute, Nature