Spieren trekken samen door interactie van myosine en actine, maar rond de zogenoemde Z-schijven in dwars­gestreepte spieren zit volgens de boeken alleen dat laatste eiwit. Myosine komt er echter ook, staat in Nature Communications.

Michael Gotthardt van het Max-Delbrück-Centrum für Molekulare Medizin gebruikte de BioID-techniek, waarbij je een eiwitketen verlengt met een biotineligase-enzym. Dat hangt dan een biotinelabel aan andere eiwitten die in de buurt komen. In dit geval kreeg titine, het flexibele mega-eiwit dat spieren hun vorm geeft, een ligase (blauw) mee ter hoogte van de Z-schijf (rood). Dat het daar myosine (groen) biotinyleerde, was een verrassing.

Rudolph, F. et al. (2020) Nature communications, 11(1)