Met CRISPR/Cas9 kun je het gezichtsvermogen van muizen met retinitis pigmentosa redden. In elk geval gedeeltelijk, schrijven Anand Swaroop en collega’s van het Amerikaanse National Eye Institute in Nature Communications.

Die retinitis pigmentosa is een van de belangrijkste oorzaken van erfelijke blindheid. Ze tast de staafjes aan, die de meest gevoelige fotoreceptoren in het netvlies zijn. In eerste instantie leidt dat tot nachtblindheid. Maar omdat de staafjes ook de kegeltjes ondersteunen waarmee je kleuren ziet, sterven uiteindelijk ook die kegeltjes af waardoor het gezichtsvermogen helemaal verloren gaat.

Tot nu toe zijn hier zo’n drieduizend mutaties in meer dan zestig genen mee geassocieerd. Voor de meest voorkomende varianten kun je misschien nog een herstelprocedure ontwikkelen, maar het gaat niet lukken om ze allemaal via gen-editing te repareren. Vandaar dat Swaroop dat niet eens probeert. In plaats daarvan wil hij bereiken dat de kegeltjes, die van verreweg de meeste mutaties alleen indirect last hebben, ook zonder de staafjes kunnen overleven.

Hij richt zich daartoe op de neural retina leucine zipper (Nrl), een transcriptiefactor die tijdens de ontwikkeling van het netvlies bepaalt of fotoreceptor-precursorcellen zich tot kegeltjes of tot staafjes ontwikkelen. Eerder onderzoek leerde dat muizenembryo’s, waarbij het verantwoordelijke gen is uitgeschakeld, netvliezen ontwikkelen met enkel staafjes. Het is ook al gelukt om het gen uit te schakelen in staafjes van volgroeide muizen, die dan ineens op kegeltjes gaan lijken.

Tot nu toe waren de experimentele procedures nog nét uitvoerbaar in een lab en absoluut niet geschikt om er routinematig mensen mee te gaan behandelen. Maar Swaroop en postdoc Wenhan Yu hebben nu een CRISPR-protocol ontwikkeld waarmee het in principe wel zou moeten kunnen. Ze verpakken daarbij de genetische code in een adenovirus (AAV) dat ze onder het netvlies injecteren.

Ze hebben het uitgeprobeerd bij gezonde wild-type muizen en bij drie verschillende muismodellen voor retinitis pigmentosa, elk met een ander genetisch defect. In alle gevallen zagen ze inderdaad staafjes veranderen in iets dat op kegeltjes leek. In die vorm detecteren ze geen licht meer, maar blijven ze wel de echte kegeltjes ondersteunen. En van de genetische defecten die normale staafjes slopen, lijken ze als surrogaatkegeltjes geen last te hebben.

Het effect van de behandeling wordt wel wat minder naarmate de muizen ouder worden.

De auteurs kunnen niet garanderen dat het bij mensen ook zo goed zal werken. Nrl heeft een aantal verschillende functies, en mutaties die het eiwit beïnvloeden worden geassocieerd met allerlei netvliesaandoeningen. Bovendien is nog totaal onduidelijk welke genen aan of uit worden gezet als je Nrl uitschakelt, en hoe het komt dat die staafjes dan ineens op kegeltjes gaan lijken.

Maar als je sowieso op korte termijn blind dreigt te worden, zou het de moeite waard kunnen zijn het te proberen.

bron: NIH, Nature Communications