Verzwakt door overnamekoorts is afnemende vraag extra moeilijk te overleven.

Eigenlijk moest hier een verslag staan van de eindejaarspersconferentie van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie. Maar die traditionele goednieuwsshow werd op het laatste moment afgeblazen, en achteraf was dat een wijze beslissing. Want wie kon in december voorspellen dat de kredietcrisis binnen een maand het eerste grote chemieconcern zou laten omvallen?

Op 6 januari deed kunststoffenproducent LyondellBasell een beroep op ‘chapter 11’ van de Amerikaanse faillissementswetgeving. De schuldenlast is opgelopen tot 26 miljard dollar – de helft van de jaaromzet – en Standard & Poor’s heeft de kredietwaardigheid verlaagd tot het nulpunt. De Europese activiteiten, waaronder de fabrieken in Moerdijk, Europoort en de Botlek, zijn buiten de surséance gehouden. Maar hun toekomst is allerminst zeker.

En wie had gedacht dat de megadeal van Dow Chemical met het Koeweitse staatspetrochemiebedrijf PIC niet zou doorgaan? PIC zou Dows polyethyleen-, polypropyleen- en polycarbonaatfabrieken voor de helft overnemen. Met de opbrengst – ruim 9 miljard dollar – wilde Dow specialiteitenproducent Rohm & Haas overnemen en zo zichzelf in recordtijd transformeren van een bulk- in een fijnchemieconcern. Op 1 januari moest de joint venture, genaamd K-Dow, definitief rond zijn. Drie dagen daarvoor trokken de Koeweiti zich terug wegens geldgebrek. Dows toekomst ziet er ineens veel minder florissant uit, al laat topman Andrew Liveris weten dat ‘berichten over onze ondergang zwaar overdreven zijn’.

Het eerste chemische beroep op minister Donners werktijdverkorting is ook al binnen. Tot 15 februari ligt Kisuma Chemicals in Veendam volledig plat. De afgelopen 5 jaar zag die producent van kunststofadditieven de omzet verdubbelen tot zo’n 40 miljoen euro, maar binnen een paar maanden was daar ineens 40 procent van af. 56 van de 75 werknemers hebben gemiddeld 18 uur per week niets te doen; Kisuma houdt ze zolang bezig met extra scholingsactiviteiten.

OP HUN GAT

Alle chemiebedrijven hebben het moeilijk. Net nu de grondstoffen aardolie en aardgas weer betaalbaar zijn, stort de verkoop van de producten in. De belangrijkste klanten van de chemie zijn immers de auto-industrie, de bouw en de consumentenelektronica – stuk voor stuk sectoren die op hun gat liggen.

Bijna iedereen verwacht dat de vraag vanzelf weer aantrekt, en dus worden écht onomkeerbare maatregelen zo lang mogelijk uitgesteld. De meeste stilleggingen zijn tijdelijk. Bij Dow gaan wél twintig fabrieken definitief dicht, waarvan drie in Terneuzen, maar dat betreft verouderde installaties die toch al op de slooplijst stonden. En de tot nu toe aangekondigde ontslagen (waaronder vijfduizend bij Dow en duizend bij DSM) vallen vooral onder de categorie ‘wegsnijden van overtollig vet’.

Het gaat pas écht fout als er in het verleden al met financiën is gegoocheld. Zo is LyondellBasell een creatie van de Russisch-Amerikaanse miljardair Len Blavatnik. Die kocht eerst Basell op en gebruikte dat bedrijf om met nóg meer geleend geld het veel grotere Lyondell van de beurs te halen. De leningen mocht LyondellBasell vervolgens zelf aflossen – en dat zou zonder crisis al een probleem zijn geweest.

TRAGISCH

De life sciences hebben veel minder last van de crisis. Ze houden een concern als DSM nog steeds in de zwarte cijfers, ondanks de tegenvallende kunststoffenverkoop. Pfizer heeft zelfs alweer aangekondigd trek te hebben in een grote overname.

Maar zelfs in deze branche is het eerste slachtoffer te betreuren. De 74-jarige Duitse miljardair Adolf Merckle was

onder meer eigenaar van Ratiopharm, een producent van generieke medicijnen. Helaas bezat hij ook een pakket Volks­wagen-aandelen, waarop hij 1 miljard euro verloor. De banken eisten dat hij zijn geliefde bedrijven verkocht. Uit pure wanhoop sprong Merckle voor de trein.

Bron: C2W1, 24 januari 2009

Onderwerpen