Test klaar voor algemeen gebruik

Aan de hand van biomarkers is in een vroeg stadium vast te stellen of iemand wel of niet lijdt aan de ziekte van Alzheimer, en zelfs of een milde cognitieve beperking een voorbode van die ziekte is of niet. Dat melden onderzoekers van de University of Pennsylvania School of Medicine binnenkort in Annals of Neurology.

Ze zeggen de test te hebben gevalideerd en gestandaardiseerd zodat iedereen er gebruik van kan maken.

De test berust op meting van de concentratie van tau-eiwit en amyloïde beta42-peptide in ruggenmergvloeistof. De eerste concentratie wordt verhoogd door degeneratie van neuronen, de tweede daalt wanneer het peptide in de vorm van plaques begint neer te slaan in de hersenen. De beta42-concentratie blijkt sowieso lager te zijn bij mensen met een duidelijke genetische aanleg voor alzheimer.

De concentraties worden bepaald met eenxMAP microbead-immunoassay, met reagentia van het fabrikaat Innogenetics.

De test is onder meer gevalideerd met ruggenmergvloeistofmonsters van 52 gezonde vrijwilligers en van 56 mensen waarvan vaststond dat ze aan alzheimer waren overleden. Bei die laatste groep wed in 96 procent van de gevallen de juiste diagnose gesteld, terwijl 95 procent van de gezonde vrijwilligers alzheimer correct werd uitgesloten.

De voorspelling dat milde klachten zich tot alzheimer zouden ontwikkelen, klopte in 82 procent van de gevallen.

De test maakt het mogelijk om alzheimer te onderkennen voordat er onherstelbare schade is aangericht, zodat in principe genezing mogelijk is. Probleem is wel dat de medicijnen, die dat voor elkaar krijgen, nog moeten worden uitgevonden.

bron: University of Pennsylvania

Onderwerpen