Restanten van afgestorven hersencellen in het bloed verraden het ontstaan van alzheimer en andere neurodegeneratieve aandoeningen in een zeer vroeg stadium. Wie weet kun je er dan nog wél iets tegen doen, suggereert een Duitse publicatie in Nature Medicine.

Mathias Jucker en collega’s zoeken nu eens niet specifiek naar biomarkers die rechtstreeks met de aandoening in kwestie te maken hebben, zoals amyloïde bèta- en tau-eiwitten. Tot nu toe lijkt het er sterk op dat je die pas kunt detecteren op een moment dat er niets meer aan is te doen. Los van de vraag wat het verband tussen die eiwitten en de ziekte precies is,

Een ding staat bij zulke aandoeningen intussen vast, en dat is dat er hoe dan ook hersencellen bij afsterven. Alleen is dat lastig te meten omdat de restanten van die cellen heel snel verder worden afgebroken.

Jucker en collega’s van onder meer het Duitse centrum voor neurodegeneratieve aandoeningen DZNE in Tübingen stellen nu dat neurofilament light chain (NfL), een restant van het cytoskelet van axonen, om onduidelijke redenen veel langer intact blijft dan de rest.

Anderen waren ook al op het idee van NfL gekomen, maar het is voor het eerst dat de waarde als voorspellende alzheimer-biomarker echt goed is onderzocht. Jucker en collega’s gebruikten er de data voor uit het Dominantly Inherited Alzheimer Network (DIAN), een cohort van families waarin genetische afwijkingen voorkomen die leiden tot alzheimer op relatief jonge leeftijd. Op welke leeftijd de eerste symptomen opduiken, is aan de hand van het type mutatie tamelijk goed te voorspellen.

Vergelijking van het NfL-gehalte van het bloed van mensen mét zo’n mutatie en mutatieloze familieleden leerde dat je verschil begint te zien als de verwachte start van de symptomen nog 6,8 jaar in de toekomst ligt. Daarbij blijkt het niet uit te maken of je het ruggenmergvocht doormeet of het bloedserum - de keuze voor het laatste ligt dus voor de hand.

Volg je het NfL-gehalte in het serum gedurende langere tijd en kijk je niet naar absolute waardes maar naar de helling van de resulterende grafiek, dan blijk je zelfs al 16,2 jaar van tevoren iets te kunnen zien aankomen. Eerder onderzoek van mutatiedragers die vroegtijdig ergens anders aan waren overleden, liet in dat stadium inderdaad schade zien aan een paar specifieke hersengebieden, al was het overgrote deel voor het oog nog helemaal gaaf.

Opvallend is ook dat er niet of nauwelijks een correlatie lijkt te zijn tussen NfL en de amyloïde-eiwitten die de roemruchte alzheimerplaques vormen, wat de hypothese voedt dat die plaques slechts een gevolg zijn van de hersenschade en niet de oorzaak.

Of NfL ook alzheimer kan voorspellen die niet door aanwijsbare mutaties wordt veroorzaakt, blijft afwachten. Maar qua pathologie lijken erfelijke en niet-erfelijke alzheimer niet zo veel van elkaar te verschillen, dus wie weet.

bron: Nature Medicine