AkzoNobel verkoopt zijn chemietak voor € 10,1 miljard aan twee investeerders: de Amerikaanse Carlyle Group en het Singaporese GIC. Volgens topman Thierry Vanlancker is dat het beste voor alle belanghebbenden, blijkt uit een persbericht.

De overname van de ‘roots’ van het concern moet nog wel worden goedgekeurd door de mededingingsautoriteiten en de ondernemingsraad, maar op dat vlak lijkt niemand problemen te verwachten.

Het bedrag van € 10,1 miljard is inclusief schulden. Verwacht wordt dat AkzoNobel er uiteindelijk netto € 7,5 miljard in contanten aan overhoudt. Volgens het persbericht wordt het overgrote deel daarvan uitgekeerd aan de aandeelhouders.

De divisie Speciality Chemicals werd vorig jaar te koop gezet op aandringen van diezelfde aandeelhouders, die tevreden moesten worden gesteld nadat AkzoNobel geweigerd had zichzelf in zijn geheel te verkopen aan concurrent PPG.

De laatste maanden waren er nog vier combinaties van investeerders in de race. Bij slechts één daarvan was ook een chemieconcern betrokken: het Duitse Lanxess. Maar eerder deze maand werd al duidelijk dat dat geen belangstelling meer had.

Carlyle heeft wel een beetje ervaring met chemie. Tot voor kort was het eigenaar van Axalta, een Amerikaanse verffabrikant die het had overgenomen van DuPont. Eind vorig jaar is AkzoNobel (niet de chemietak, maar de verftak) nog even in gesprek geweest met Axalta over een overname. Daar is toen niets uitgekomen, maar volgens het Financieele Dagblad zijn beide partijen nog steeds geïnteresseerd in elkaar.

bron: AkzoNobel, FD