Arnaud Thevenon is universitair docent duurzame katalyse aan de Universiteit Utrecht. Zijn grote doel is het toevoegen van waarde aan CO2.

Waar doe je onderzoek naar?

’Ik wil CO2 gebruiken om polymeren te maken. Daarvoor moeten we deze katalysator ontwikkelen (zie filmpje). Het andere deel is CO2 omzetten in nuttige producten met behulp van elektriciteit en water. We willen een katalysator ontwikkelen die CO2 kan omzetten in ethyleen, een belangrijke bouwsteen. Je kunt het koppelen aan het andere project, omdat je CO2 en ethyleen kunt combineren tot polyolefineachtige materialen. Dit zijn dan recyclebare alternatieven voor polyolefinen.’

Waarom dit onderzoek?

’Ik denk dat het stamt uit mijn masteropleiding. Ik heb homogene katalyse altijd leuk gevonden. We hadden goede professoren aan de EPFL in Lausanne, waar de focus sterk lag op homogene katalyse. Het eerste project was de productie van polymeren. Toen begon ik steeds meer te leren over hoe chemici nieuwe materialen kunnen ontwikkelen die duurzamer, meer recyclebaar en mogelijk biologisch afbreekbaar zijn. Vervolgens kreeg ik de kans om mijn masterproject bij deze beroemde groep aan de UCLA te doen, dankzij mijn professor die me met hen in contact heeft gebracht.’

Waarom in Utrecht?

’Ik ging in Frankrijk naar school, studeerde in Lausanne, deed een Erasmus in Zweden, deed een masterscriptie aan de UCLA in Los Angeles, een kleine stage in Zwitserland en begon mijn PhD aan het Imperial College in Londen. Daarna verhuisde ik terug naar de VS om bij Caltech te gaan werken. Het project richtte zich niet op homogene, maar op heterogene elektrochemie. Toen kreeg ik interesse om mijn eigen onderzoek te doen en wilde ik mezelf uitdagen. Ik wist dat het een nieuwe hype voor de chemie zou worden, dus het was ook een strategische beslissing. Normaal gesproken solliciteer je voor ongeveer tien posities in Europa. Utrecht bood me de infrastructuur en de omgeving die ideaal waren om mijn onderzoek te ontwikkelen. We delen infrastructuur, apparatuur en kennis. Je moet niet denken dat je daar in je eentje de wereld gaat veranderen. Je maakt juist vanaf het begin deel uit van een grotere gemeenschap en je brengt kennis in om andere mensen te helpen. We proberen niet te concurreren, we werken samen. Je komt namelijk niet ver in je eentje.’