In de chemie in Nederland werken maar weinig mensen met een beperking. Is dit vakgebied relatief moeilijk en onveilig, of moet de chemische wereld gewoon wat meer openstaan voor de mogelijkheden?

Mike Severens

Beeld: Cindy Coenen

Mike Severens in zijn werkkleding.

Dorine in ’t Veld kan het nog zo voor de geest halen, de verbazing die ze voelde toen er een brief van de middelbare school van haar zoon op de mat viel: ‘Hij zat in vwo 3 en wilde graag een Natuur en Techniek profiel gaan doen. Maar volgens de school kon dat niet.’ De reden? Haar zoon is praktisch blind, en het was volgens de school niet mogelijk om de lessen zo in te richten dat hij ze kon volgen. ‘Ik snapte niet waarom niet’, vertelt In ’t Veld. ‘In het buitenland kon het wel gewoon.’

Sinds dit voorval van ongeveer twintig jaar geleden zijn er zeker dingen verbeterd, mede door het programma ‘Kies Exact’ van het platform EduVip. Maar volgens In ’t Veld is nog lang niet elke school ingericht op het geven van bètavakken aan leerlingen met een visuele beperking. Als projectmanager bij Dedicon, een stichting die materiaal ontwikkelt voor mensen met een visuele beperking, probeert ze hier verandering in te brengen. ‘Wij werken hard aan materialen waarmee blinde of slechtziende kinderen wel gewoon de exacte vakken kunnen volgen’, zegt ze. ‘Uit onderzoek blijkt namelijk dat deze kinderen vaak ontmoedigd worden om deze kant op te gaan, en dat is gewoon zonde.’

Weerstand

Dit beeld van ontmoediging herkent Mike Severens ook. Hij zit in een rolstoel, maar is altijd ambitieus geweest en wilde als tiener al graag zijn grenzen verleggen. ‘Ik begon op het vmbo, ben toen doorgegaan op de havo en heb uiteindelijk mijn vwo-diploma gehaald. Maar bij elke stap waren er mensen die weerstand boden, die vroegen waarom ik het mezelf zo moeilijk zou maken en mij het gevoel gaven dat ik het niet zou kunnen.’

‘Uit onderzoek blijkt dat blinde kinderen vaak ontmoedigd worden om de scheikundekant op te gaan, en dat is zonde’ 

Dorine in ’t Veld

Severens zette door en begon op aanraden van zijn scheikundedocent uiteindelijk aan een studie chemische technologie aan de TU Eindhoven. ‘De universiteit moest natuurlijk wel even schakelen, want ze hadden bij deze opleiding nog niet eerder een student in een rolstoel gehad. Maar ze dachten goed mee, er is een verlaagde zuurkast gemaakt en verder had ik vaak eigenlijk alleen een kruk nodig om het practicum te kunnen doen.’

Niet dat het allemaal even makkelijk ging. ‘Voor mijn stage hebben we bijvoorbeeld goed gekeken wat er mogelijk was. Zo lukte het niet om elke keer de trap op te lopen om de fabriek van boven te bekijken en de hoge installaties te bereiken, maar gelukkig kon ik veel werk ook gewoon vanaf de begane grond doen. Als je maar in oplossingen denkt, komt het wel goed.’

Door moleculen lopen

Met diezelfde instelling hebben In ’t Veld en haar collega’s bij Dedicon inmiddels een programma waarmee blinde en slechtziende leerlingen molecuulstructuren kunnen doorgronden. Dit programma is gebouwd door de Engelse onderzoeker Volker Sorge, en het zet tekeningen van structuurformules om in een digitaal model. ‘Het lijkt een beetje op een screenreader, een programma dat blinde mensen helpt om een computerscherm te lezen’, legt In ’t Veld uit. ‘Je krijgt eerst de naam van het molecuul te horen, en daarna kun je met behulp van de pijltjestoetsen door het molecuul wandelen.’

Structuurformule Op de tast

Structuurformule Op de tast

Beeld: Dedicon

Het gebruik vergt wel wat training, en werkt het best in combinatie met andere hulpmiddelen. ‘Je moet eerst een beeld van die moleculen kunnen opbouwen in je hoofd, en dat kan met bijvoorbeeld molecuulbouwdozen’, zegt In ’t Veld. ‘Daarna gebruiken we het programma in combinatie met tactiele tekeningen die de leerlingen kunnen voelen.’

Het werkt goed, maar In ’t Veld zou het geheel graag nog verder ontwikkelen: ‘We bieden nu de basisstructuren voor vwo-onderwijs aan, maar het programma is ontworpen om zelfs door ingewikkelde, grote moleculen te lopen.’ Op termijn zou Dedicon ook een programma willen aanbieden waarmee je alle structuren op deze manier kunt doorlopen. Misschien zouden zelfs studenten die gewoon kunnen zien, zoals dyslecten, hier wat aan hebben. In ’t Veld: ‘Het biedt toch een andere kijk op de materie, en kan een mooie aanvulling zijn op je studie.‘

‘Voor mij was alles tot nu toe best toegankelijk, maar je moet als universiteit of bedrijf wel het gesprek willen aangaan’ 

Mike Severens

Het onderzoek op dit gebied staat in ieder geval niet stil. Zo ontwikkelde de Amerikaanse biochemicus Bryan Shaw van de Baylor Universiteit in Texas dit jaar een manier om slechtziende leerlingen eiwitten te laten herkennen. Hij gebruikte kleine 3D-geprinte modellen ter grootte van een nerd-snoepje. Zowel blinde als ziende studenten staken deze modellen – die aan een touwtje zaten om doorslikken te voorkomen – in hun mond en probeerden het eiwit te herkennen. Ter controle moesten de studenten de modellen ook met hun vingers identificeren.

De resultaten waren volgens Shaw verrassend goed: ‘De studenten wisten de structuur redelijk goed te herkennen. Vooral bij de kleinste modellen bleek de mond gevoeliger dan de handen. De verschillen zijn niet heel groot, iedere student lijkt zijn eigen voorkeur te hebben, maar het kan wel een mooi hulpmiddel zijn.’ De volgende stap is het uitbreiden van de beschikbare modellen. Shaw: ‘We zijn nu aan het testen met kleine organische moleculen.’

Vooroordelen

Dit soort oplossingen kunnen leerlingen en studenten wellicht hun opleiding doorhelpen, maar dan moet je daarna wel een baan kunnen vinden. En dat is nog niet zo makkelijk, ervaarde Severens. ‘Ik vond solliciteren in het begin best lastig. Ik wilde niet in mijn CV of brief noemen dat ik in een rolstoel zit, want ik was bang dat ik dan door vooroordelen misschien geen kans zou krijgen. Maar als ik dan bij een gesprek aankwam zag ik wel eens dat ze toch een beetje schrokken.’

Uiteindelijk besloot Severens transparant te zijn, en het te noemen zodra hij uit werd genodigd voor een gesprek. En dat werkte, inmiddels werkt hij als consultant bij Bilfinger-Tebodin. ‘Ik werk aan procesveiligheid, dus ik onderzoek hoe je de apparaten in een fabriek het best kunt onderhouden om continuïteit te waarborgen.’

5

Mike Severens

Beeld: Cindy Coenen

De baan is vooral kantoorwerk, maar Severens moet ook regelmatig naar een klant toe. ‘Meestal kan ik gewoon naar binnen, en anders vinden we een oplossing’, zegt hij. ‘Zo kan ik in een fabriek met veel trappen tegenwoordig ook rondkijken met behulp van een Google Glass.’ Met een open blik is er dus veel mogelijk, ziet ook in ’t Veld. ‘Ik ken zelfs een blind persoon die bij de NASA werkt als fysisch chemicus. Dat verwachten veel mensen niet.’

Uitzonderingen

Deze inspirerende voorbeelden lijken tot nu toe slechts uitzonderingen. Moet de Nederlandse chemie meer doen om toegankelijker te worden voor mensen met een beperking? ‘Voor mij was alles tot nu toe best toegankelijk, maar je moet als universiteit of bedrijf wel het gesprek willen aangaan’, vindt Severens. ‘En je moet jezelf ook niet teveel beperkingen opleggen natuurlijk. Mensen met een beperking maken vaak keuzes op basis van wat ze denken dat ze kunnen, maar meestal kan er meer dan je denkt.’

Toch moet je volgens Severens ook realistisch blijven, en niet verwachten dat alle fabrieken rolstoelvriendelijk worden ingericht. ‘Er zijn nou eenmaal omgevingen en banen die je niet kunt aanpassen, en dus niet toegankelijk zijn voor iemand met een beperking. Daar moet je ook gewoon eerlijk over zijn als bedrijf, zolang je maar wel open staat voor wat er wel kan.’

In ’t Veld is het hier helemaal mee eens: ‘We moeten naar mogelijkheden blijven kijken, en er allereerst voor zorgen dat er genoeg materiaal beschikbaar is. Daar kunnen we zeker nog hulp bij gebruiken van chemici. En daarna moeten we mensen vanuit het onderwijs motiveren om de stap te durven zetten. Mensen met een beperking kunnen ook heel slim zijn, misschien loopt de chemische wereld nu wel een hoop knappe koppen mis.’