Met een testpapiertje dat reageert op specifieke RNA-sequenties kun je Zika-besmettingen onderscheiden van dengue. Handig om het risico voor zwangere vrouwen in te schatten, suggereren Jim Collins en collega’s van Harvard en het MIT in het tijdschrift Cell.

De auteurs hebben ook al een eerste poging gedaan om er een draagbaar testapparaatje op batterijen omheen te knutselen, gemaakt van kant-en-klare componenten. Klaar voor gebruik in het veld is het systeem nog lang niet, maar geclaimd wordt dat het wél moet kunnen. Ook kun je het gemakkelijk aanpassen aan andere virussen, indien nodig binnen een dag of vijf.

Het nu gepresenteerde testpapiertje is al zo’n aanpassing: de eerste versie uit 2014 detecteerde het Ebola-virus.

Er zitten twee technieken in verwerkt die door de auteurs worden omschreven als synthetische biologie. Ten eerste hun ‘toehold switch sensors’, op de tekentafel samengestelde DNA-sequenties (zogeheten riboregulatoren) met een gen dat wordt geactiveerd zodra het andere uiteinde zich bindt aan de specifieke RNA-sequentie die je zoekt. Het gen in kwestie maakt dan een enzym aan dat een reactie aan kan gaan met een kleurstof, die daardoor een heel andere kleur krijgt.

De tweede techniek houdt in dat je de sensoren, en alles wat nodig is om ze te laten werken, kunt verwerken in een filterpapiertje dat je vervolgens door vriesdrogen ontdoet van al het aanwezige water. In die vorm is zo'n sensor minstens een jaar buiten de koelkast houdbaar.

De procedure is dan dat je het RNA extraheert uit een bloedmonster, het een groot aantal keren kopieert met behulp van een aangepaste PCR-techniek, en vervolgens de oplossing met die RNA-kopieën op zo’n papiertje druppelt. Verandert de kleur, dan was RNA uit het gezochte virus aanwezig. Alles bij elkaar zou de analyse een uur of drie moeten kosten, waarbij de PCR de meeste tijd vreet.

Daarbij zoek je uiteraard RNA-sequenties uit die alleen voorkomen in het virus dat je zoekt en niet wel voorkomen in het Zika-virus en niet in het denguevirus. Tot nu toe zijn die twee heel moeilijk uit elkaar te houden: ze lijken sprekend op elkaar en veroorzaken bij de meeste volwassenen min of meer vergelijkbare symptomen. Maar dengue veroorzaakt voor zover bekend geen schade aan ongeboren kinderen, en wordt bijvoorbeeld ook niet geassocieerd met het syndroom van Guillain-Barré dat bij Zika juist wél een gevaarlijke complicatie is.

Zoals gezegd is het probleem wel dat je rond zo’n papiertje de nodige randapparatuur nodig hebt. Het genoemde apparaat op batterijen beoordeelt eigenlijk alleen de kleur. Draagbare PCR’s bestaan al, maar de extractie van RNA uit het bloedmonster vraagt voorlopig nog een laboratoriumprocedure. Het wachten is op iemand die ook daar een lab-op-een-chip voor verzint.

bron: Cell, MIT