Met één vaccin kun je wellicht een hele reeks micro-organismen bestrijden die niet eens aan elkaar verwant zijn. Ze blijken namelijk allemaal wél dezelfde suikermoleculen aan te maken, melden onderzoekers van Brigham & Women’s Hospital (VS) op de website van PNAS.

De suiker is een poly-N-acetylglucosamine, chemisch verwant aan het chitine waaruit garnalenvelletjes bestaan maar net iets anders gepolymeriseerd. Van een stuk of zeven totaal niet aan elkaar verwante bacteriën, waaronder Staphylococcus aureus, was al bekend dat ze dit polysacharide aanmaken. Ook was duidelijk welk groepje van vier genen hiervoor verantwoordelijk is.

Dat deze suiker zo vaak terugkomt deed de onderzoekers vermoeden dat er wel meer soorten zouden zijn die hem produceren. Met klassieke GC/MS en NMR wisten ze hem echter niet te detecteren, en in gepubliceerde bacteriële genomen vonden ze de bijbehorende vier genen ook niet terug. Dat weerhield ze niet om een nieuwe test te ontwikkelen met antilichamen en fluorescentie, en dáármee zagen ze ineens wel overal die suikers zitten. Kennelijk lukt het met andere genen ook.

Helaas betekent dit niet dat het menselijke immuunsysteem slechts één infectie met zo’n poly-N-acetylglucosaminedragende bacterie nodig heeft om een immuunreactie te ontwikkelen tegen de hele collectie tegelijk. De desbetreffende antilichamen worden wel degelijk aangemaakt maar blijken in de praktijk niet tegen zo’n bacterie op te kunnen.

De onderzoekers zeggen echter dat ze dierlijke antilichamen hebben geïsoleerd die wèl effectief zijn als bacteriedoder. En dat ze daarmee muizen kunnen beschermen tegen een hele reeks bacteriële en schimmeleffecties. Genoemd worden vormen van longontsteking, hersenvliesontsteking, malaria en Listeria-voedselvergiftiging. Ze hebben de suiker trouwens ook al gedetecteerd bij veroorzakers van gonorroe, trichomoniasis, tyfus, oorontstekingen en tuberculose.

Of het echt mogelijk is om een vaccin voor mensen te maken dat veilig is én tegen al deze micro-organismen beschermt, is even afwachten. Maar de onderzoekers beweren ver genoeg te zijn om volgend jaar al met klinische tests te kunnen beginnen.

bron: Brigham & Women’s Hospital

Onderwerpen