“Het geeft een kick om een bedrijf van de grond af op te bouwen”, vertelt Jan Boesen (44) over zijn tijd als directeur bij het piepjonge Amsterdam Therapeutics, dat geneesmiddelen ontwikkelt tegen zeldzame lever- en bloedziektes. “Je staat met één been in het ziekenhuis, en één been in de markt. Je onderzoekt octrooieerbaarheid en netwerkt met mensen. Al die aspecten geven mij energie, net als het succes van een product dat de markt haalt.” Nu adviseert en managet hij startende biotechbedrijven en kennisinstellingen via Middenduin Life Sciences, een in 2007 mede door Boesen opgericht adviesbureau, dat vijftien medewerkers telt.

“Vaak denken wetenschappers die een bedrijf opstarten: ‘Dat kan ik allemaal zelf wel’”, zegt Boesen. “Maar juist in die beginfase heb je ervaren managers nodig voor marktanalyses en businessplannen. Je moet dan eigenlijk al weten wat er op het etiket van je product komt te staan.” De directeuren die Middenduin aan de start-up koppelt hebben zelf ook een wetenschappelijke achtergrond, maar ze helpen vooral de zakelijke kant op orde te krijgen. Dat doen ze door de juiste prioriteiten te stellen en de wetenschappelijke projecten in goede banen te leiden.

Helaas hebben startende ondernemers meestal geen geld om ervaren mensen in dienst te nemen. Daarom werkt Boesen via het model van de durfkapitalisten, maar dan zonder de financiële investering. “Wij leveren voor ten minste een jaar mensen en tijd in de startfase in ruil voor aandelen of een percentage van de opbrengst van het product. We nemen dus zelf ook risico.”

ONDERWEG

Zelf werkt Boesen nu via het adviesbureau als ceo van IBL International, een ontwikkelaar van diagnostische tests met zo’n 90 man personeel. Het Nederlandse bedrijf Meddens wilde IBL in Hamburg vorig jaar overnemen, en vroeg Middenduin om de overname te begeleiden en de bijbehorende financiering te regelen. Daarvoor verdeelt Boesen nu zijn tijd tussen Middenduin in Amersfoort, IBL in Hamburg en het nieuwe IBL researchcentrum in Deventer, dat een kenniscentrum moet worden voor Oost-Nederland. “Met dit werk moet je flexibel zijn en snel kunnen beslissen”, vertelt de bestuurder. “Per week slaap ik twee nachten in Hamburg, en ook in Nederland ben ik veel onderweg. Gelukkig leidt mijn vrouw ook een biotechbedrijf, dus wij begrijpen elkaars werk goed.”

VOELSPRIETEN

Middenduin helpt naast bedrijven ook universiteiten en technology transfer offices met het naar de markt brengen van hun kennis. Boesen: “Voor twee spin-offs van de Erasmus Universiteit leverden wij de directeur en voor een derde spin-off hebben wij een marktevaluatie gedaan. En de directeur van BioMedbooster, het valorisatiekantoor van de Universiteit Maastricht, komt ook bij ons vandaan.” Daarmee hoopt hij ook meer wetenschappers voelsprieten te geven voor octrooieerbaarheid. “Onderzoekers publiceren hun vondsten te snel, zonder over bescherming na te denken. Hierdoor zijn de kansen op succesvolle financiering kleiner, en vinden de uitvindingen wellicht nooit hun weg naar de patiënt. En dat is doodzonde.”

Voor Boesen kwam de waardering voor valorisatie al toen hij nog studeerde voor moleculair bioloog in Wageningen. “Ik wilde vroeger net als David Attenborough met een vlindernetje door de woestijn rennen, maar ontdekte tijdens mijn studie dat ik de toegepaste kant van de wetenschap leuker vond”, vertelt hij. Na zijn promotie in Leiden kwam Boesen dan ook bij TNO terecht, waar Dinko Valerio net Introgene (het latere Crucell) aan het opstarten was. “Voordat ik het wist vloog ik de hele wereld rond om de Per.C6-cellijn aan de man te brengen. In deze commerciële omgeving voelde ik mij meteen thuis.”

www.middenduin.nl/lifesciences

www.ibl-international.com

Bron: C2W Life Sciences 2, 7 februari 2009

Onderwerpen