De Nobelprijs voor scheikunde gaat dit jaar naar de Groningse hoogleraar Ben Feringa, de Schot Sir Fraser Stoddart en de Fransman Jean-Pierre Sauvage. Alle drie hebben ze pionierswerk verricht op het gebied van moleculaire aandrijftechniek.

Feringa is daarmee de vierde Nederlander die een Nobelprijs voor scheikunde wint, na Paul Crutzen (1995), Peter Debye (1936) en Jacobus van ’t Hoff (1901). Vooraf werd hij wel getipt als een van de weinige Nederlandse kanshebbers, maar dat hij de prijs daadwerkelijk krijgt komt toch wel als een verrassing.

Om een moleculair motortje te bouwen moet je een molecuul hebben waarvan twee of meer onderdelen min of meer vrij kunnen bewegen ten opzichte van elkaar, maar dan wel gecontroleerd. In 1983 was Sauvage, hoogleraar (inmiddels emeritus) aan de universiteit van Straatsburg, de eerste die zo’n vrije beweging voor elkaar kreeg. Hij bouwde een catenaan, een molecuul dat bestaat uit twee ringvormige delen die gekoppeld zijn als schakels van een ketting zonder dat ze covalent zijn gebonden.

In 1991 presenteerde Stoddart, afkomstig uit Edinburgh maar inmiddels hoogleraar aan Northwestern University in Evanston (VS) het eerste rotaxaan: een haltervormig molecuul waar een losse ring omheen zit die tussen de twee koppen van de halter heen en weer kan schuiven.

Over de vraag of je een catenaan of een rotaxaan echt moet beschouwen als één molecuul of als twee, zijn de meningen verdeeld. Bij Feringa’s moleculaire motortjes, waarvan de eerste werd gepresenteerd in 1999, speelt die controverse niet: het draaipunt is gewoon een dubbele binding. In deze moleculen zit een ratelmechanisme verwerkt waardoor het ene uiteinde slechts in één richting kan ronddraaien. Vaak worden ze aangedreven door isomerisatiereacties die om de beurt in gang worden gezet, oorspronkelijk meestal door licht van een bepaalde golflengte maar inmiddels ook door chemische reacties.

De toepassingen van dergelijke nanotechnologie beperken zich voorlopig tot proefballonnetjes. Op basis van Feringa’s aandrijftechniek zijn al monomoleculaire nano-auto’s gemaakt die echt konden rijden, maar meer dan een proof of principle was dat niet. Andere voorbeelden uit zijn koker zijn schakelbare katalysatoren.

Het officiële persbericht van het Nobelprijscomité vergelijkt het ontwikkelingsstadium van moleculaire motortjes met dat van elektromotoren rond 1830 (waarvan Feringa een model in zijn werkkamer heeft staan, maar dit terzijde!). Als je ziet wat we daar nu mee kunnen, heb je een idee van wat de toekomst nog kan brengen.

Een interview met Ben Feringa uit 2012 vind je hier. Sir Fraser Stoddart spraken wij in 2009.

bron: Nobelprijscomité