Met moleculaire machientjes kun je XTC in water veel goedkoper detecteren dan met de huidige laboratoriumanalyses. En ze zijn nog uiterst gevoelig ook, schrijven Spaanse en Deense onderzoekers in Chemical Communications.

Een persbericht presenteert het als een praktische toepassing van het soort chemie waarmee Ben Feringa vorig jaar een Nobelprijs won.

De detector leunt vooral op het werk van Feringa’s medewinnaar Sir Fraser Stoddart. Hij bestaat uit mesoporeuze silicabolletjes, waarvan de poriën zijn gevuld met fluoresceïnemoleculen. Op het oppervlak zitten naftaleenderivaten gehecht en rond die ketens zit cyclobis(paraquat-p-fenyleen), een ringvormig molecuul dat ook wel Stoddart’s blue box wordt genoemd.

Die combinatie vormt een pseudorotaxaan: anders dan bij echte rotaxanen kan de ring kan er mechanisch gezien gewoon af. Hij blijft op zijn plek dankzij niet-covalente binding aan het naftaleen. En zolang hij dat doet voorkomt hij dat fuoresceïne uit de onderliggende poriën kan ontsnappen.

3,4-methyleendioxymethamfetamine (MDMA), de actieve component van XTC, vertoont echter nog veel meer affiniteit met Stoddarts ringen. Het trekt ze van het naftaleen af, de fluoresceïne komt vrij, en zoals de naam al zegt fluoresceren die moleculen zodat je het kunt zien gebeuren.

Volgens de bedenkers kun je hiermee één gram MDMA in duizend liter water detecteren.

Helemaal specifiek is de test niet. Maar in de praktijk is de kans bijzonder klein dat in monsters, waarin je MDMA vermoedt, ándere moleculen zitten die dezelfde reactie geven.

bron: University of Southern Denmark