Met calciumcarbonaat-nanodeeltjes kun je de pH rond een tumor dusdanig verhogen dat hij niet meer verder groeit of uitzaait. Bij muizen werkt het, melden onderzoekers van Washington University in St. Louis.

Ze maken daarbij gebruik van het feit dat tumoren hun eigen pH plegen te verlagen tot een niveau dat ruim onder de 7,4 van gezond menselijk weefsel ligt. Er zijn vaker ideeën gelanceerd die hier gebruik van maken om tumoren op te sporen of om chemotherapie selectief in zo’n verzuurde tumor af te leveren.

Die pH serieus beïnvloeden is nieuw. Om dat voor elkaar te krijgen moet je lokaal dusdanig veel CaCO3 injecteren dat je het met een oplossing nooit redt. Je moet vaste kristalletjes inspuiten die in de bloedbaan oplossen.

De kunst is dus om CaCO3-kristalletjes te kweken die daar klein genoeg voor zijn. Als je het zout zonder meer laat uitkristalliseren in water, worden de kristallen honderd keer te groot en blijven de grootste bovendien doorgroeien ten koste van de kleintjes.

In het tijdschrift Nanoscale beschreven Samuel Achilefu en collega’s onlangs twee recepten om zulke kleine kristalletjes te maken, door te spelen met oplosmiddelen. Ze kunnen de diameter instellen tussen 20 en 300 nm, waarna ze de deeltjes goed houden door ze niet in water te bewaren maar in een oplosmiddel op basis van albumine.

Als je deze deeltjes bij een muis injecteert, rechtstreeks in een tumor, stijgt de pH ter plekke tot een ‘gezonde’ 7,4. De tumor groeit dan niet meer. Het effect is wel heel erg tijdelijk, dus je moet dagelijks blijven inspuiten.

Of het bij mensen ook werkt is afwachten. Voordeel is wel dat calciumcarbonaat onschadelijk is.

bron: Washington University