Driekwart jaar geleden startte Joost Snijder advies- en onderzoeksbureau Snijder Bioscience. De winnaar van de Heineken Young Scientists Award 2018 kon vanaf dag één de rekeningen betalen.

De jury van de Heineken Young Scientists Award 2018 noemde Joost Snijder een ‘uitzonderlijk getalenteerde, creatieve, onafhankelijk denkende en opererende onderzoeker met visie en grote durf’. Met zijn kwaliteiten, expertise en netwerk kon Snijder overal in de academische wereld terecht. Maar in 2017 vond hij het tijd om eens ‘goed en lang’ na te denken over de langere termijn. ‘Ik werkte met plezier in het lab, maar was de hele dag aan de werkbank gekluisterd. Er was constant druk om productief te zijn. Ik besloot dat ik een tijd voor mezelf wilde werken.’

 

Ervaring

De keuze viel op consultancy. Waarom consultancy? ‘Ik zag een markt om onderzoekers te begeleiden bij de toepassing van geavanceerde microscopische technieken. Ik heb veel kennis van die technieken en veel ervaring met onderzoek.’ Een eigen bedrijf runnen is natuurlijk heel wat anders dan zelf onderzoeker zijn, maar het avontuur, de rust en de vrijheid spraken Snijder aan. En hoewel zijn familie en collega’s verbaasd waren over zijn stap, heeft hij vooral veel steun en aanmoediging gekregen. De Kamer van Koophan­del en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland adviseerden hem over de praktische zaken die erbij komen als je een bedrijf begint.

 

‘Ik zie prachtige apparatuur die maar beperkt wordt ingezet’

Snijder bouwde een website, informeerde zijn relaties en Snijder Bioscience was een feit. De onderneming biedt advies- en onderzoeksdiensten op het gebied van onder meer biomoleculaire massaspectrometrie, cryo-elektronenmicroscopie, atoomkrachtmicroscopie, virusstructuur en cyanobacteriële circadiane biologie. Snijder assisteert opdrachtgevers bij elke stap van de onderzoekspijplijn, van onderzoeksvragen formuleren tot en met data analyseren.

De aandachtsgebieden sluiten nauw aan bij Snijders wetenschappelijke oriëntatie. Zo stond zijn masterstage bij het lab van Albert Heck aan de Universiteit Utrecht in het teken van massaspectrometrie en bestudeerde hij bij Gijs Wuite aan de Vrije Universiteit Amsterdam de materiaaleigenschappen van virussen op nanometerschaal met behulp van atoomkrachtmicroscopie. Voor zijn promotieonderzoek keerde Snijder terug naar Heck, waar hij veel kennis verzamelde over geavanceerde microscopische technieken. Hij gebruikte die kennis om macromoleculaire mechanismes dieper te doorgronden, zoals de moleculaire biologische klok van cyanobacteriën. Bovendien dook hij in de zelfassemblage van virusdeeltjes, droeg hij bij aan de ontwikkeling van nieuwe native massaspectrometrie en volgde de ontwikkelingen in de elektronenmicroscopie op de voet. Als postdoc leerde hij bij David Veesler van de University of Washington veel over hoe je virussen in kaart brengt.

 

Apparatuur benutten

Alle verworven kennis vormt nu de basis voor Snijders bedrijf. Hij wil mensen bij onderzoeksinstellingen en bedrijven verder helpen met zijn ervaring en expertise op het gebied van massaspectrometrie en virusstructuren. ‘Wat ik veel zie, is dat zij prachtige apparatuur hebben staan, die ze maar beperkt inzetten. Ik wil ze helpen om productief gebruik te maken van de apparatuur, nieuwe wegen in te slaan en betere keuzes te maken. Dat leidt tot realistische verwachtingen, betere uitkomsten en een efficiënter en effectiever gebruik van de apparatuur.’ Is daaraan behoefte? ‘Kennelijk’, stelt Snijder vast, ‘want ik heb vanaf dag één de rekeningen kunnen betalen.’ Dat is hem gelukt zonder een beroep te doen op opstartsubsidies. ‘Het helpt dat ik een uitgebreid netwerk heb opgebouwd. Mijn opdrachtgevers ken ik veelal uit mijn tijd als onderzoeker. Ze zitten bij universiteiten en bedrijven in Nederland, Duitsland, Frankrijk en de VS. Ik heb bijvoorbeeld werk gedaan voor de Universiteit Utrecht, de University of Washington en Thermo Fisher Scientific.’

Is het niet vreemd dat onderzoekers apparatuur suboptimaal benutten? ‘Nee. Een onderzoeksgroep aan een universiteit of bij een farmaceutisch bedrijf heeft de massaspectrometer bijvoorbeeld nodig voor proteomicsonderzoek. Maar je kunt hem ook voor andere toepassingen gebruiken, waarvoor die groep eerder geen belangstelling had en er nu geen expertise in heeft. Ik kan dan helpen nieuwe wegen in te slaan of het onderzoek te verdiepen. Samen denken we na over de inrichting van experimenten, over data-analyse en vervolgstappen. Dat doe ik vanuit mijn thuisbasis in Arnhem, ik hoef er echt de wereld niet voor over te reizen.’

 

Projectvoorstellen

Behalve aan consultancywerk, werkt Snijder ook aan projectvoorstellen voor zichzelf. Een eerste projectvoorstel heeft betrekking op de ontwikkeling van massaspectrometrietechnologie om antilichamen beter te karakteriseren. ‘Het is erg ingewikkeld om de aminozuursequentie vast te stellen van antilichamen, ik zou de daarvoor benodigde technologie graag (door)ontwikkelen.’ Hij probeert hiervoor financiering te vinden bij farmaceutische bedrijven. Een tweede projectvoorstel gaat over de ontwikkeling van een vaccin tegen dengue. ‘De effectiviteit van bestaande vaccins laat te wensen over. Sterker nog; vaccinatie kan het ziektebeeld in bijzondere gevallen juist verergeren. Als massaspectrometrist kan ik bijdragen aan de analyse van de structuur en de stabiliteit van een vaccin. Ik hoop daar samen met een Franse universiteit en een farmaceutisch bedrijf aan te kunnen werken.’

Het liefst voert hij zijn projectvoorstellen uit onder de vlag van Snijder Bioscience. ‘Dat zou mijn droom zijn’, zegt hij. Maar als de partners een andere werkrelatie prefereren – bijvoorbeeld een loondienstverband – staat hij daar ook voor open. ‘Het gaat mij erom de dingen te kunnen doen die ik interessant en belangrijk vind. In welke functie ik dat doe, is minder relevant.’

De toekomst van Snijder Bioscience is dan ook nog ongewis. ‘Het bevalt me prima om als zzp’er aan de slag te zijn, maar de deur naar de wetenschap is niet dicht.’