Darmbacteriën kunnen mogelijk de progressie van de ziekte van Alzheimer versnellen. In elk geval bij muizen, schrijven Zweedse onderzoekers in Scientific Reports.


Frida Fåk Hållenius en collega’s van de universiteit van Lund vergeleken de darmflora van genetisch gemodificeerde APPPS1-muizen, die menselijke amyloïdeplaques in de hersenen ontwikkelen, met de darmbacteriën van ongemodificeerde wild type-muizen. Dat gebeurde aan de hand van het door die bacteriën afgescheiden messenger-RNA.

De verschillen bleken groot: de APPPS1-muizen hadden minder Firmicutes, Verrucomicrobia, Proteobacteria en Actinobacteria in hun darmen, en juist meer Bacteroidetes en Tenericutes.

Het kan natuurlijk zo zijn dat de plaques de bacteriën beïnvloeden in plaats van omgekeerd. Maar de onderzoekers hebben ook kiemvrije APPPS1-muizen gekweekt die helemaal geen bacteriën in hun darmen (of ergens anders) hadden. Bij hen bleek de vorming van amyloïdeplaques duidelijk langzamer te verlopen dan bij soortgenoten mét darmbacteriën. Wat ook niet zo vreemd was omdat bij deze muizen de productie van twee enzymen, die amyloïde bèta afbreken, sterk bleek te zijn verhoogd.

Hielp je deze muizen via een poeptransplantatie alsnog aan een typisch APPPS1-darmmicrobioom, dan kwam de plaquevorming weer volop op gang.

Hoe dit komt, is voorlopig nog een raadsel. Op zijn minst rechtvaardigen de resultaten een wat meer gedetailleerde analyse.

Of die plaques echt de ziekte van Alzheimer veroorzaken is ook iets waaraan steeds sterker wordt getwijfeld, maar die vraag staat hier helemaal los van.

bron: Lund University