Met DNA-barcoding kun je prima controleren of tuincentra wel de planten verkopen die ze zéggen te verkopen. Dat concluderen onderzoekers van Duke University (Durham, North Carolina) die het in de praktijk hebben uitgeprobeerd.

Eric Schuettpelz en collega’s legden DNA-gegevens uit openbare online-databases naast DNA uit levende planten. In principe hoef je dan maar een stuk of drie sterk variabele genen te vergelijken om te zien of de plant echt behoort tot de soort die op het labeltje staat.

 

Volgens Schuettpelz was dat bij ongeveer de helft van de planten, die hij in kassen en botanische tuinen aantrof, niet het geval.

 

In het tijdschrift Molecular Ecology Resources meldt hij een geval van commerciële fraude op dit gebied. Tuincentra blijken de Australische rotsvaren Cheilanthes distans te verkopen als Cheilanthes wrightii, een verwante soort die voorkomt in de VS en Mexico.

 

Volgens mede-auteur Tony Avent, zelf werkzaam bij zo’n kwekerij, gaat het vaak om onbewuste fouten. Al die varens lijken op elkaar. En de gemiddelde kweker heeft geen taxonomie gestudeerd, en het zal hem een rotzorg zijn welke soorten hij verkoopt als hij er maar geld mee verdient.

 

De techniek lijkt vooral nuttig om handel in beschermde plantensoorten te voorkómen, of om onkruid over de grens te houden dat lokale soorten zou kunnen overwoekeren. Eigenlijk zouden douanebeambten moeten kunnen beschikken over een handscanner die ter plekke uit het DNA afleidt welke soort er langskomt, maar dat blijft nog wel even toekomstmuziek.

 

bron: Duke University

Onderwerpen