Het aminozuur N-acetylaspartaat blijkt als een soort ‘antivries’ de vorming van amyloïdeplaques in de hersenen tegen te gaan. Mogelijk kun je er alzheimersymptomen mee remmen, schrijven Douglas Smith en collega’s van de University of Pennsylvania in het tijdschrift Neurobiology of Disease.

Tot nu toe was het een raadsel waar dat N-acetylaspartaat, afgekort NAA, precies voor dient in de hersenen Maar de stof geldt al tientallen jaren als indicator voor hersenschade. Bij een MRI-scan van de hersenen is het dit molecuul dat het sterkste signaal afgeeft, en na hersenletsel zie je dat signaal duidelijk afnemen.

Bij mensen die aan zulk hersenletsel waren overleden, was al eerder geconstateerd dat ze amyloïdeplaques in hun hersenen hadden die sterk leken op de plaques van alzheimerpatiënten. En dat bracht Smith op het idee om te testen of NAA wellicht de vorming van die plaques tegengaat.

Dat blijkt inderdaad het geval. Hoe het werkt is nog niet duidelijk; mogelijk stabiliseert NAA de prille amyloïdevezels en voorkomt zo dat ze grotere aggregaten vormen. Maar je kunt het onder de elektronenmicroscoop gewoon zien gebeuren. Als je NAA pas 25 minuten na de vorming van de eerste vezels toevoegt, zie je zelfs dat die vezels deels weer worden afgebroken.

Uiteraard is het nog veel te vroeg om te beweren dat alzheimer een gevolg is van NAA-gebrek. Zeker zolang er twijfels bestaan over de rol van amyloïdeplaques bij die aandoening - eerdere geneesmiddelen die plaquevorming moesten tegengaan, bleken tot nu toe de hersenfuncties niet meetbaar te herstellen. Maar wie weet.

bron: University of Pennsylvania