Met een stukje organische synthese dat je eerder in een reageerbuisje verwacht, houden onze hersenen de ziekte van Alzheimer tegen. Dat denken althans Katsunori Tanaka en collega’s van het Japanse RIKEN-instituut.

In Advanced Science beschreven ze zojuist een 4+4-cycloadditie waarbij acroleïne reageert met een polyamine, zoals spermine of spermidine. In een levende cel blijkt die reactie spontaan op te treden zodra beide componenten aanwezig zijn.

Wat je dan krijgt is 1,5-diazacyclooctaan, of een polymeer daarvan. En die stof blijkt te voorkomen dat amyloïde-bètapeptides samenklonteren tot fibrillen, die uiteindelijk alzheimer in de hand lijken te werken

Als acroleïne inderdaad zo’n nuttige functie heeft, is dat een grote verrassing. De stof staat bekend als uiterst reactief en navenant toxisch. Bekend is dat oxidatieve stress, bijvoorbeeld door kanker, een herseninfarct of alzheimer, de vorming van acroleïne in de hand werkt. Dat gebeurt door de afbraak van onverzadigde vetzuren, het aminozuur threonine… of polyamines. Maar tot nu toe werd aangenomen dat dat proces alleen maar schadelijk was.

Wat de polyamines betreft: bekend was al dat die worden aangemaakt in minieme maar zeer goed geregelde hoeveelheden en dat ze dus een belangrijke biologische functie moeten hebben, maar niemand wist welke.

De Japanners vermoeden dat de ontdekking de basis kan vormen voor alzheimermedicatie, maar daarvoor is nog een lange weg te gaan. En misschien is dat ook geen goed idee, gezien de recente onthullingen over het nut van amyloïdefibrillen die pas naar buiten kwamen nadat ze hun manuscript hadden ingediend.

bron: RIKEN