De uitbraak vorig jaar van een ernstige, aan het vapen van illegale e-sigaretten gerelateerde longziekte in de VS roept de vraag op hoe veilig reguliere e-sigaretten op de Europese markt zijn. ‘De e-sigaret is een oncontroleerbaar mini-pyrolyse-apparaat.’

Bij de Chinese marktintroductie in 2003 kreeg de elektronische sigaret, kortweg e-sigaret (zie ook kader), het predicaat mee gezonder te zijn dan de tabakssigaret en goed dienst te kunnen doen als stoppen-met-roken-middel. Het duurde dan ook niet lang voordat het product ook in Europese en Amerikaanse winkels te koop was.

Van de hip uitziende en met een eindeloze reeks smaakjes te combineren e-sigaret gaat een grote aantrekkingskracht uit, zeker ook onder jongeren. In Nederland bijvoorbeeld rookten in 2017 al meer middelbare scholieren een e-sigaret dan een gewone sigaret. Het zogenoemde dampen of vapen is zeker de laatste paar jaar bezig aan een ware opmars.

E-sigaret

Elektronische sigaretten bevatten een verwarmingselement dat de bijbehorende e-liquid verdampt. In de vloeistof zitten dragerstoffen, zoals propyleenglycol en glycerol, die op hun beurt zorgen voor het goed oplossen van smaakstoffen en nicotine.

 

Vitamine E acetaat

Maar met het onschuldige karakter van de e-sigaret is het gedaan sinds vorig jaar in de VS een nieuwe, vaping-gerelateerde, longziekte uitbrak. Begin februari telde het Amerikaanse instituut voor volksgezondheid (CDC) al ruim zestig vaping-gerelateerde doden en bijna drieduizend Amerikanen die met ernstige longproblemen werden opgenomen in het ziekenhuis na te hebben gedampt.

Het CDC en de FDA gaan er vooralsnog van uit dat vitamine E acetaat, een additief dat is aangetroffen in doorgaans illegaal verstrekte THC-olie bevattende e-sigaretten, de boosdoener is (THC of te wel tetrahydrocannabinol is de psychoactieve stof in cannabis).

Volgens Paul Van den Meerssche, adviseur-generaal inspectie consumptieproducten bij de Belgische Federale Overheidsdienst (FOD) Volksgezondheid, werd in de VS vitamine E acetaat – een synthetische verbinding van vitamine E en azijnzuur – zowel teruggevonden in e-sigaretten met THC als CBD (cannabidiol, het niet-psychoactieve broertje van THC). Bij de controles in België trof de inspectie geen enkel product aan met vitamine E acetaat. ‘Los van zijn functie als verdikkingsmiddel, geeft het de e-vloeistof een gele kleur waarmee je consumenten misleidt. De kleur doet namelijk denken aan een inhoud met CBD’, vertelt Van den Meerssche.

In tegenstelling tot in de VS is THC-olie in Nederland en België verboden en is het gebruik van (afgeleides van) vitamines in e-sigaretten ook niet toegestaan. CBD-olie is dan wel weer vrij verkrijgbaar. ‘Maar de kans bestaat natuurlijk altijd dat mensen zelf producten gaan mengen met op het internet verkrijgbare ingrediënten’, licht de FOD adviseur-generaal toe.

‘Het laatste advies stamt uit 2015, dat is te oud. Sindsdien zijn de markt, de producten en kennis volop geëvolueerd’

Een groot verschil met een conventionele tabakssigaret is dat je de inhoud niet verbrandt maar verhit. Je ontloopt hiermee weliswaar de giftige verbrandingsproducten van tabak mis, maar de hoge temperaturen waarmee een e-sigaret zijn inhoud verdampt, in feite een pyrolyse-reactie, leidt op zijn beurt tot een reeks – vaak nog onbekende – (afbraak)producten. Onderzoek van het Royal College of Surgeons in Ireland (RCSI) toonde eind 2019 aan dat bij pyrolyse van vitamine E acetaat het uiterst giftige ethenon (ook wel keteen genoemd) kan ontstaan, wat vergeleken wordt met het strijdgas fosgeen. De longen van met dampen geassocieerde slachtoffers toonden inderdaad patronen van chemische pneumonitis.

Met deze kennis op zak bogen eind januari het CDC en de FDA hun algehele verbod op e-sigaretten om naar het advies om geen THC-bevattende e-sigaretten, zeker geen illegale waar, te dampen. Daarmee zou je kunnen denken: een illegale storm in een glas water, verder is dampen veilig. Uit een rondvraag langs de Belgische FOD en het Nederlandse RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) volgt dat het nog te vroeg is om een gedegen conclusie te kunnen trekken.

Van den Meerssche: ‘Er moet eerst voldoende wetenschappelijk onderzoek gedaan worden naar de gezondheidseffecten van e-sigaretten. Het laatste advies vanuit de Hoge Gezondheidsraad stamt uit 2015, dat is te oud. Sindsdien zijn de markt, de producten en kennis volop geëvolueerd.’ De Belgische Hoge Gezondheidsraad is inmiddels, in opdracht van de FOD Volksgezondheid, nader onderzoek gestart.

Oncontroleerbaar mini-pyrolyse-apparaat

Wat weten we dan wel? De RCSI-onderzoekers Donal O’Shea en Dan Wu omschreven in hun PNAS-publicatie van maart de e-sigaret als een oncontroleerbaar mini-pyrolyse-apparaat dat op onvoorspelbare wijze veranderingen in de chemische samenstelling van een vaping-mengsel kan veroorzaken. Verdampingstemperaturen in dergelijke apparaatjes kunnen oplopen tot zo’n 250 °C, de temperatuur van het verwarmingselement zelfs tot boven de 1000 °C.

En niet alleen is er binnen Europa een wildgroei aan devices, ook staan er bijvoorbeeld in Nederland bijna 20.000 e-liquids geregistreerd voor gebruik in e-sigaretten – wat overigens niet wil zeggen dat ze allemaal echt op de markt zijn. Je kunt op je vingers natellen dat de resulterende damp nog een onontgonnen terrein is.

En dan zijn er nog die fameuze smaakstoffen – zoals vanille, amandel of groene thee –, die zeker op jongeren een grote aantrekkingskracht hebben. Maar liefst 17.000 stuks telt de Europese markt er. ‘Die stoffen zijn ooit goedgekeurd voor gebruik in voeding, maar bij verhitting krijg je natuurlijk te maken met een heel andere blootstellingsroute’, stelt Riny Janssen, hoofd van de afdeling Productsamenstelling van het RIVM die tabaksonderzoek uitvoert.

‘De smaakstoffen zijn niet inhalatoir getest en daar zijn ook geen voorgeschreven testen voor’

Haar collega Reinskje Talhout, senior onderzoeker tabak en drugs, voegt hier aan toe: ‘Tijdens verhitting kan er iets gebeuren met die smaakstoffen, ze kunnen bijvoorbeeld ontleden of reageren met andere stoffen uit het mengsel. Wat er precies gebeurt, weten we nog niet. De smaakstoffen en hun eventuele pyrolyseproducten zijn niet inhalatoir getest en daar zijn ook geen voorgeschreven testen voor.’

Sommige landen in Europa en daarbuiten besloten al tot een verbod op smaakstoffen, ook al omdat het jongeren over de streep lijkt te trekken om te beginnen met roken; eerst de e-sigaret, later wellicht alsnog een nicotinebevattende (tabaks)variant. Zo zette Finland in 2017 een streep door alle smaken los van de tabakssmaak. In België buigt het parlement zich momenteel over een mogelijk verbod.

Ongewilde effecten

Maar een e-liquid hoeft geen smaakstof te bevatten om ongewilde effecten te ondergaan tijdens het dampen. Janssen: ‘In 2015 bleek uit RIVM-onderzoek dat de damp van een e-sigaret schadelijke stoffen kan bevatten, zoals bijvoorbeeld aldehydes en tabakspecifieke nitrosamines. Die stoffen zijn gewoon slecht.’ (zie verder kader ‘Schadelijke inhoud’).

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) raadt op basis van dit onderzoek ‘het gebruik van de e-sigaret voor het in stand houden van de rookgewoonte of als startproduct af.’ De NVWA adviseerde daarop de minister van Volksgezondheid om ook de niet-nicotinehoudende e-sigaretten en de damp (naast de e-liquid zelf) te reguleren. Dat gebeurde voor de e-sigaretten zonder nicotine eind 2017, voor de damp is vooralsnog niets vastgelegd.

Schadelijke inhoud

  • Nicotine: een zeer verslavende stof
  • Propyleenglycol en glycerol (dragerstoffen): kunnen (ernstige) irritatie aan de luchtwegen veroorzaken
  • Aldehydes zoals formaldehyde en nitrosamines: carcinogene stoffen die vrij kunnen komen bij het verwarmen van e-liquids. Ook bleek formaldehyde in hogere mate aanwezig te zijn in de elektronische sigaret dan in de tabaksigaret.
  • Metalen: die kunnen vrijkomen uit de verdamper bij het dampen.

(onderzoek RIVM 2015)

 

In België ontbreekt tot op de dag van vandaag een wettelijk kader voor niet-nicotine houdende e-sigaretten. ‘Dit is een onterechte hiaat in de wetgeving, waardoor je rare dingen met de kwaliteit ziet gebeuren’, vertelt Van den Meerssche. Zo kwam de FOD adviseur-generaal recent een etiket tegen waarop 2,3-pentadionedione vermeld stond, een stof die het product een boterachtige, karamelachtige smaak meegeeft. ‘2,3-pentadionedione is op zichzelf al potentieel toxisch’, aldus Van den Meerssche.

Minder schadelijk

Het NVWA-advies stelt verder dat ‘Dampen van een e-sigaret waarschijnlijk ‘veiliger’ is dan het roken van tabak’. Talhout: ‘Ik denk dat bijna iedereen het er over eens is dat de e-sigaret minder schadelijk is.’ De zorg zit ‘m volgens haar ‘niet in het volledig overstappen van tabaksrokers, maar bij onder meer nooit-rokers die erdoor beginnen’. Van den Meerssche zijn ervaring is dat experts onderling nog sterk verdeeld zijn. ‘Zelf vraag ik mij af of bepaalde sigaretten überhaupt wel nodig zijn als alternatief. Sowieso moeten er dringend nieuwe Europese regels komen, voor e-sigaretten met én zonder nicotine. De huidige wetgeving biedt onvoldoende bescherming voor de consument.’

Zowel het RIVM als het Trimbos-instituut brachten in 2014 een eerste factsheet over de e-sigaret uit. Het Trimbos-instituut kwam in april 2020 met een update, zie hier.

Update 11 maart: op 10 maart verscheen het onderzoek van Wu en O’Shea tevens in PNAS, zie hier.