Discussie rondom gebruik cognitieverbeterende middelen

Een toename in het gebruik van smartdrugs om academische prestatie te verbeteren kan leiden tot urinetests bij examens. Dit suggereren Australische wetenschappers in een artikel dat vandaag werd gepubliceerd in de oktober editie van het blad Journal of Medical Ethics.

Een urinetest zou volgens de onderzoekers kunnen voorkomen dat het gebruik van de drugs alledaagse gang van zaken wordt zoals we nu zien in de sportwereld. Er is namelijk nog niet veel bekend over de bijwerkingen op lange termijn. En bovendien kan het fenomeen resulteren in een wapenwedloop van gebruik. “Want ook al ben je er niet voor”, menen zij, “als iedereen het gebruikt kun jij niet achterblijven”.

Een dergelijke urinetest ligt alleen niet zo simpel. Studenten kunnen de drugs ook gebruiken tijdens het studeren voor examens, en dat valt natuurlijk niet te controleren. Bovendien vinden sommige dat er zoveel hulpmiddelen gebruikt worden die wel zijn toegestaan, en de vraag is dan waar je de grens trekt. Koffie bijvoorbeeld, of zoals Vince Cakic, hoofdauteur van het artikel benadrukt: “Je zou het kunnen vergelijken met privé-onderwijs, en dat verbieden we ook niet”.

Een aantal zien zelfs voordelen. Henry Greely en collega’s beargumenteren in een artikel in Nature in 2008 dat ‘veilige en effectieve hersenverbeteraars van nut zijn voor zowel het individu als de maatschappij’. Volgens hen moeten we juist proberen te profiteren van deze drugs terwijl we de risico’s goed in kaart brengen. ‘Het is een van de vele manieren die de innovatieve mensheid gebruikt om zichzelf te verbeteren’.

Uit een enquête van 2008 blijkt dat op sommige colleges in Amerika meer dan 25 procent van de studenten in het voorafgaande jaar gebruik maakten van smartdrugs om hun cognitieve functies te verbeteren. Het gaat dan vooral om methylphenidate (ritalin) en amphetamine.

Onderwerpen