In de toekomst zijn lama’s misschien niet meer nodig voor experimenten met lama-antilichamen. In Nature Structural & Molecular Biology beschrijven Amerikaanse onderzoekers hun synthetische lama-immuunsysteem.

Lama-antilichamen, ook bekend als nanobodies, zijn kleiner dan antilichamen van andere diersoorten. Hierdoor zijn ze makkelijker te produceren. Ze worden veel gebruikt in onderzoek. Toch kost het onderzoekers veel moeite om de nanobodies te identificeren die binden aan een voor hen interessant eiwit. Na vaccinatie van lama’s met dat eiwit, moeten onderzoekers wachten totdat het lama-immuunsysteem antilichamen gaat maken. Daarna isoleren ze de antilichamen uit lamabloed.

Nu is het mogelijk om de lama over te slaan in dit proces. Dit vermindert de tijd die nodig is voor zulke experimenten van 3-6 maanden naar 3-6 weken.

De onderzoekers hebben synthetische lama-antilichamen gemaakt aan de hand van lamagenen (IGHV1S1–IGHV1S1S5). Door de aminozuurvolgorde in de regio die aan het antigen moet binden te variëren zijn er honderdduizenden verschillende antilichamen gemaakt. Het synthetische DNA is ingebracht in gist (Saccharomyces cerevisiae) in de vorm van een plasmide. Daar komen de antilichamen tot expressie op het celmembraan. Zo ontstaat een synthetisch lama-immuunsysteem dat je in buisjes kunt opslaan in de vriezer.

Voor een experiment hoef je alleen een fluorescent gelabeld eiwit aan zo’n buisje toe te voegen. Met flowcytometrie verzamel je de gistcellen, die via hun nanobody zo’n eiwit binden en dus ook gaan fluoresceren. Uit het DNA van die gistcellen is af te leiden welke antilichamen het eiwit hebben gebonden. Daarna kunnen die antilichamen in Escherichia coli worden geproduceerd voor verdere experimenten.

De onderzoekers bieden de buisjes met lama-immuunsysteem gratis aan aan non-profit laboratoria. Ze hopen dat lama’s geheel overbodig worden in dit soort onderzoek.

Bron: Nature Structural & Molecular Biology