Filosofen buigen zich over ethiek van risico-inschatting.

Kun je het jezelf permitteren om CO2 op te slaan onder een Vinex-wijk? Om een landingsbaan in het verlengde van de bebouwde kom te plannen? Om toch nog kolencentrales te blijven bouwen? Kortom, hoe moet je beslissen of technologische risico’s moreel aanvaardbaar zijn? De antwoorden zijn zó complex dat zelfs de professionele filosofische wetenschap er liever met een grote boog omheen loopt, zo signaleren Lotte Asveld en Sabine Roeser in hun bundel The ethics of technological risk.

Er bestaan stapels sociologische en psychologische rapporten over wat het menselijke onderbuikgevoel aanvaardbaar vindt. Maar over wat hun hersenen aanvaardbaar zouden móeten vinden is nauwelijks iets geschreven. Of juister: er is veel over geschreven, maar wetenschappelijk verantwoord was dat bepaald niet.

AFLATOXINEN

De bijna driehonderd pagina’s dikke bundel is wel wetenschappelijk verantwoord. Hij bevat hoogstaande bijdragen van twintig filosofiedocenten en -onderzoekers. Maar of ze eruit komen? Het begint er al mee dat ‘risico’ twee verschillende betekenissen heeft, namelijk de kans dat iets misgaat, en de omvang van de schade áls het misgaat. Vervolgens heb je risico’s met een natuurlijke oorzaak en risico’s die mensen zichzelf aandoen, maar waar ligt de grens?

Als voorbeeld worden kankerverwekkende aflatoxinen in pindakaas genoemd: de boosdoeners zijn natuurlijke schimmels, maar die groeien pas wanneer je je pinda’s verkeerd bewaart. In het licht van de klimaatdiscussie is ook de vraag interessant met welke risico’s je toekomstige generaties mag opzadelen. En hoe creëer je evenwicht tussen twee totaal verschillende risico-effecten? Spijkerbanden slaan schadelijk fijnstof uit het asfalt. Maar zonder die spijkers ben je ook snel aan je laatste adem toe.

Antwoorden bevat het boek dus nauwelijks. Filosofie bestaat grotendeels uit logisch redeneren, en daarvoor kent dit onderwerp iets te veel onzekerheden. Slechts een paar auteurs laten zich verleiden tot harde uitspraken. Zo stort Arianna Ferrari (TU Darmstadt) zich op Pharmings transgene medicijnkonijnen en concludeert dat de risico’s té onduidelijk en dus onaanvaardbaar zijn. Maar voor de rest blijft het bij het opwerpen van vragen, in de hoop dat betrokkenen zelf aan het denken worden gezet.

ACHTERHOEDE

De auteurs serveren hoogst interessante gedachten, maar vooral ook een hoop taaie kost. De Engelse taal is een extra handicap: precautionary principle geeft toch niet zo’n aha-erlebnis als ‘voorzorgsbeginsel’, al betekent het precies hetzelfde.

Maar het grootste struikelblok is dat de discussie zich beweegt op een niveau dat de meeste mensen ver boven de pet zal gaan. Als dit boek één ding duidelijk maakt, dan is het dat ethiek filosofie een achterhoedegevecht is en dat ook altijd zal blijven. Erst kommt das Fressen.

Lotte Asveld en Sabine Roeser (red.),

The ethics of technological risk. Uitgave Earthscan,

65 pond. ISBN 9781844076383

www.earthscan.co.uk

Bron: C2W6, 28 maart 2009

Onderwerpen