Dankzij kernproeven uit het verleden kun je zien of dure wijn écht afkomstig is uit het jaar dat op het etiket staat. Dat vertelde Graham Jones (University of Adelaide, Australië) tijdens het voorjaarscongres van de American Chemical Society in San Francisco.

De test is gebaseerd op koolstof-14 die (ingebouwd in CO2) de atmosfeer in is geslingerd in de periode 1944-1963. Toen was het gebruikelijk om atoombommen bovengronds uit te proberen. Sindsdien wordt die koolstof-14 elk jaar een beetje verder verdund door koolstof-12, die vrijkomt bij de verbranding van fossiele brandstoffen.

 

Planten gebruiken CO2 uit de atmosfeer als grondstof voor hun biomassa. De hoeveelheid koolstof-14 die ze inbouwden, heeft dus rond 1963 een piek vertoond.

 

De Australiers hebben nu laten zien dat ze 20 Australische wijnen uit de periode 1958-1997 accuraat konden dateren doorde ethanolcomponent te analyseren met een accelerator-massaspectrometer, en de resultaten te vergelijken met bewaard gebleven atmosfeermonsters uit die jaren.

 

Om de meting nog robuuster te maken zou je ook de andere koolstofhoudende componenten in de wijn kunnen analyseren.

 

Volgens Jones zit de wijn-industrie met smart op zo’n test te wachten. Wijnen uit een goed jaar zijn tegenwoordig een gewild beleggingsobject, en dat vergroot de verleiding om creatieve dingen te doen met goedkope foezel. Sommige experts schatten dat 5 procent van de dure wijnen tegenwoordig nep is.

 

bron: ACS

Onderwerpen