Kameelachtigen produceren antilichamen die door de bloed-hersenbarrière kunnen dringen en daarbij nog een ander eiwit kunnen meenemen ook. Dat opent totaal nieuwe mogelijkheden voor de behandeling van hersenaandoeningen, juicht de Federation of American Societies for Experimental Biology.

De federatie verwijst daarbij naar een publicatie in het eigen FASEB Journal, waarin onderzoekers van het Parijse Institut Pasteur zo’n antilichaam presenteren.

Dat kameelachtigen relatief kleine antilichamen produceren, is al langer bekend. Het Gentse biotechbedrijf Ablynx is groot geworden met zulke ‘nanobodies’, afkomstig uit lama’s. Alleen heeft Ablynx voor zover bekend nooit nanobodies tegen hersenaandoeningen bedacht.

Net als de Belgen maken de Fransen gebruik van het variabele domein (VHH) van zo’n antilichaam. Alleen hebben ze het niet uit een lama geplukt maar uit een alpaca, eveneens een kameelachtige, en vermijden ze zorgvuldig de term ‘nanobody’.

Dat sommige van die antilichamen kunnen binnendringen in de hersenen is 10 jaar geleden al eens gesignaleerd. Maar de Fransen zitten een stuk dichter tegen nuttige toepassingen aan. Ze creëerden VHH-domeinen die specifiek binden aan humaan GFAP (glial fibrillary acidic protein), een eiwit dat karakteristiek is voor zogeheten astrocytcellen in het zenuwstelsel. Inderdaad bleken deze antilichamen in staat om GFAP in vivo te labelen in muizenhersenen.

Het lukte zelfs om aan dit VHH-domein een groen fluorescerend eiwit (GFP) te koppelen en met zulke ‘fluobodies’ de astrocyten in die muizenhersenen licht te laten geven.

The potential of VHHs as diagnostic or therapeutic agents in the central nervous system now deserves attention”, zo vatten de Parijzenaars het nuchter samen. Wat de hoofdredacteur van FASEB Journal betreft, is het het bewijs dat je met een kameel écht overal kunt komen.

bron: FASEB

Onderwerpen