Een biochemielab van de University of Missouri is maandagmiddag verwoest door exploderend waterstofgas. Een promovendus, twee postdocs en een staflid raakten gewond. Eén van de vier lag dinsdag nog in het ziekenhuis, zij het ‘in good condition’.

Van het lab op de derde verdieping van Schweitzer Hall, op de campus in Columbia, is geen ruit meer heel. Ook zit er een gat in een van de muren. Maar volgens de universiteit is er geen structurele schade en kan op de andere verdiepingen gewoon worden doorgewerkt.

 

Wat er precies is gebeurd, is niet helemaal duidelijk. Maar op de website van onderzoeksleider prof. Judy Wall is te lezen dat er onder meer onderzoek werd gedaan naar de rol die waterstof speelt in het metabolisme van anaerobe, sulfaatreducerende bacteriën.

 

In een persbericht spreekt de universiteit van een ‘spontane verbranding van gassen, waaronder waterstof en stikstof, die bij een experiment werden gebruikt’. Dat klinkt alsof de bacteriën onder stikstof werden gehouden (ze kunnen immers niet tegen zuurstof) en er proeven werden gedaan met een extra dosis waterstof. Dat laatste gas moet dan op de een of andere manier het lab in zijn gelekt, waar het samen met de daar wél aanwezige zuurstof een uiterst explosief gasmengsel vormde.

 

Om zo’n mengsel te laten ontploffen is maar heel weinig nodig. Als het lek groot genoeg is, kan het gas zelfs spontaan ontbranden. De brandweer onderzoekt nog wat in dit geval de ontstekingsbron is geweest.i

 

bron: C&EN, University of Missouri

Onderwerpen