Zoals het er nu uitziet, moet grootschalige productie van biobrandstoffen uit algen over 10 à 15 jaar realiseerbaar zijn. Al zijn er nog de nodige horden te nemen, zo stellen de Wageningse onderzoekers René Wijffels en Maria Barbosa deze week in Science.

Het overzichtsartikel, dat tot 27 augustus voor iedereen gratis is te lezen, laat zich vooral lezen als de zoveelste waarschuwing tegen overdreven optimisme op algengebied: het kán allemaal wel, maar je moet er wel geduld voor hebben en héél veel geld en moeite investeren in verder onderzoek.

 

Niet voor niets is het artikel verschenen in een special genaamd ‘Scaling Up Alternative Energy’. De onderzoekers rekenen onder meer voor dat je een kweekbak ter grootte van Portugal nodig hebt om alle Europese transportbrandstoffen (400 miljoen kubieke meter per jaar) te kunnen vervangen door algendiesel. Daar moet twee keer de huidige Europese kunstmestproductie bij. En een groot probleem is dat de meeste algensoorten een vrij stevige celwand hebben, zodat de olie er moeilijk uti te krijgen is.

 

Daar staat dan weer tegenover dat die algen tevens 300 miljoen ton eiwit produceren, wat overeenkomt met 40 keer de huidige Europese soja-import. Je hoeft dus niet bang te zijn dat de algenkweek de voedselvoorziening aantast. En het waterverbruik is stukken lager dan dat van andere vormen van biomassa, terwijl je er ook nog zout water voor kunt gebruiken.

 

Volgens Wijffels en Barbosa moeten de problemen allemaal wel zijn op te lossen, mits je er een stevig multidisciplinair onderzoeksprogramma voor optuigt dat de hele keten omvat van fundamentele algenbiologie tot en met het ontwerp van bioraffinaderijen.

 

Ze merken er fijntjes bij op dat de productiviteit van de penicillinesynthese door schimmels de laatste 50 jaar óók met een factor 5.000 is toegenomen.

 

bron: Science

Onderwerpen