In de carrièrespecial van 2010 lichtten we diverse loopbanen uit. Met vier geportretteerden blikken we terug. Hoe is het ze sindsdien vergaan en hoe zien ze hun toekomst? Fiona van den Brink, Frits Faber, Sophie van Tomme en Folkert van der Werven vertellen achtereenvolgens hun verhaal.

‘Focus op je sterke kanten’

Fiona van den Brink (41)
Studeerde: chemische technologie
Toen: sustainability manager bij AkzoNobel, Amersfoort
Nu: innovation excellence manager bij AkzoNobel, Amsterdam

‘Tien jaar geleden zei ik: ik ben en blijf een techneut. Die technische achtergrond komt in mijn huidige functie nog steeds goed van pas. Ik ben lid van het centrale innovatieteam van AkzoNobel, met een focus op collaborative innovation. We combineren vernieuwing met interne en externe samenwerking, dat is volgens mij dé sleutel tot succes als je grote problemen in de wereld wilt oplossen.

Binnen AkzoNobel heb ik diverse functies gehad, steeds met andere mensen en op meerdere locaties. Ik werk nu op het hoofdkantoor in Amsterdam in een internationale omgeving, waarbij ik samenwerk met mensen uit verschillende disciplines, zoals communicatie, inkoop en marketing. Mijn blik is de afgelopen tijd sterk verbreed, onder meer doordat ik drie jaar in China heb gewerkt als expat. Daardoor denk ik niet alleen vanuit de Nederlandse context.

Mijn huidige baan doe ik nu vijf jaar, terwijl ik in het begin van mijn carrière iedere twee à drie jaar een nieuwe rol aannam. Bij ieder stadium in je leven past een ander carrièretempo en type uitdaging. Ik heb nu een goede balans tussen mijn fulltimebaan en gezin.

Binnen mijn functie is bovendien ruimte voor verdieping en verbreding, want bij AkzoNobel krijg je ruimte om je eigen rol samen te stellen. Zo kan ik naast de begeleiding van bijvoorbeeld een groot innovatieprogramma ook de technische diepgang opzoeken bij andere teams. Ik doe het goed in een omgeving waarin ik mijn eigen weg kan vinden. Daarom werk ik ook al zo lang bij dit bedrijf.’

‘Als je wilt groeien, moet je de uitdaging opzoeken’

Frits Faber (40)
Studeerde: food technology
Toen: procestechnoloog bij Mars, Veghel
Nu: productiemanager bij Cargill, Deventer

‘Tien jaar geleden zei ik dat ik het een slag dynamischer wilde zoeken, bijvoorbeeld in het productiemanagement. Dat is gelukt! Het is precies wat ik nu doe bij de chocoladefabriek waar ik sinds begin 2019 werk. Ik was voor die tijd dolgelukkig bij Mars, maar na ruim tien jaar nam ik afscheid van mijn droombedrijf omdat ik mijn droomfunctie had gevonden bij Cargill. Het was een lastig dilemma, maar een goede keuze. Door mijn ervaring met chocolade bij Mars, was ik bij Cargill snel up to speed.

De afgelopen jaren leerde ik techniek en mens bij elkaar te brengen. Chemie maakte plaats voor people leadership en nu help ik mensen het beste uit zichzelf te halen. Als medewerkers hun kwaliteiten optimaal benutten, is dat goed voor het bedrijf én de mensen zelf. Als ik dan zie dat de cijfers in het groen staan en iedereen met een glimlach naar huis gaat, valt alles op zijn plek.

Ik heb ook een tijdje in China gewerkt. Daar was ik nog nooit geweest, dus die stap was heel spannend. Maar angst is een slechte raadgever. Als je wilt groeien, moet je de uitdaging opzoeken. Ik betwijfel of ik over tien jaar nog steeds in de chocolade zit, want er zijn niet veel chocoladefabrikanten. Het belangrijkste is dat mijn werk altijd een dynamische, praktische twist heeft. Ik heb mbo, hbo en wo gedaan en wil bij de werkplek betrokken blijven. Maar voorlopig ben ik gelukkig nog niet uitgeleerd in mijn huidige functie.’

 

‘Ik ben meer generalist dan expert’
Sophie van Tomme (39)
Studeerde: farmacie
Toen: pharmaceutical scientist bij Solvay Pharmaceuticals, Weesp
Nu: director product development bij Nordic Pharma, Baarn

’De rode draad door mijn afgelopen tien jaar is verbreding, want ik ben inmiddels meer een generalist dan expert. Tien jaar geleden benaderde een headhunter me. Of ik wilde komen werken als projectmanager bij Disphar, dochterbedrijf van Nordic. De timing was perfect en het bleek precies wat ik zocht: verbreding en doorgroeimogelijkheden. Ik heb toen onder meer sachets met paracetamol ontwikkeld die je zonder water kunt innemen.

Maar er waren ook projecten die om tal van redenen strandden, bijvoorbeeld omdat we een chemische eigenschap van een product niet op orde kregen. Zo leer je omgaan met ontgoochelingen. Daarna werd ik teamleider. Leidinggeven vind ik te gek; je moet de inhoud bewaken, projecten in goede banen leiden én een team aansturen. Stap voor stap ontwikkelde ik me dus, met dank aan geweldige managers, richting mijn huidige rol als director bij Nordic.

Het pad dat ik heb bewandeld, zorgt ervoor dat ik breed ontwikkeld ben. Gaandeweg ontdekte ik waar mijn hart ligt. Dat was meer toeval dan een bewuste keuze, want toen ik nog postdoc was heb ik me niet zo goed georiënteerd. Twijfelende onderzoekers die in hetzelfde schuitje zitten raad ik aan: ga met mensen uit je werkveld praten. Mensen met allerlei banen bij verschillende bedrijven. Je merkt dan vanzelf waar je warm van wordt.

Wat ik over tien jaar doe weet ik nog niet, want ik heb steeds geluk gehad met de kansen die op mijn pad kwamen. Ik wil sowieso nog verder verbreden en het hele pad van geneesmiddelontwikkeling – van research tot en met de commerciële kant – doorlopen.’

 

‘Het is hier een speeltuin voor onderzoekers’
Folkert van der Werven (41)
Studeerde: biochemie
Toen: postdoc biochemie bij MIT, Cambridge
Nu: groepsleider bij het Cell Fate and Gene Regulation Laboratory bij Francis Crick
Institute, Londen

‘Tien jaar geleden zei ik: ik ben onderzoeker in hart en nieren. Dat klopt nog steeds. In 2001 won Paul Nurse een Nobelprijs en dacht ik: wauw, wat heeft hij een ongelofelijke ontdekking gedaan. Ik had destijds nooit kunnen bedenken dat ik hem nu dagelijks tegenkom in de wandelgangen. Nurse is directeur van het Francis Crick Institute, waar ik nu zes jaar werk als groepsleider.

Mijn onderzoeksgroep kijkt onder meer naar hoe genen worden aan- en uitgezet. Mijn functie is vergelijkbaar met die van een hoogleraar bij een universiteit, maar met een belangrijk verschil: ik kan me volledig richten op onderzoek, zonder onderwijsverplichting of financiële rompslomp. Ik sta ook zelf nog regelmatig op het lab. Ik kan me geen betere werkplek bedenken, het is hier een speeltuin voor onderzoekers.

Het is dus een droomplek, maar het is de bedoeling dat je na twaalf jaar doorstroomt naar een nieuwe functie. Dat wordt nog lastig, want banen in het fundamentele onderzoek worden steeds schaarser. De coronacrisis is wel een goed ‘besefmoment’: mensen zien dat geld steken in onderzoek naar, in dit geval, virussen van levensbelang is. Wij onderzoeken het coronavirus niet, maar sommige groepen op het instituut hebben er hun onderzoeksprogramma’s helemaal voor omgegooid.

Ben je student en twijfel je over onderzoek doen? Kijk dan waar je interesse ligt. Als fundamenteel onderzoeker is je innerlijke motivator namelijk cruciaal, anders gaat het werk moeizamer en is het lastig om het niveau vast te houden. Wat dat betreft is het geen relaxte baan.’