Camille Jacomet en Nore De Moor wonnen de Vlaamse Chemie Olympiade. Hoe hebben ze het ervaren?

De Vlaamse Chemie Olympiade (VCO) is een wedstrijd waarin leerlingen van de derde graad secundair onderwijs zowel hun theoretische als praktische kennis over chemie testen. Tijdens de 39e editie wonnen Camille Jacomet (16, links) van het Sint-Jan-Berchmanscollege Brussel en Nore De Moor (17, rechts) van het Sint-Barbaracollege Gent respectievelijk de eerste en tweede plek. Beide kandidaten vertellen dat ze vooral vanuit nieuwsgierigheid meededen.

Waarom heb je deelgenomen aan de Chemie Olympiade? Is scheikunde je favoriete vak?

Camille: ‘Ik was nieuwsgierig om te zien tot waar ik zou kunnen geraken in de olympiade. Het is ook een andere manier om om te gaan met de leerstof van wetenschappen. Aangezien wetenschappen me enorm interesseren, vond ik de olympiade een leuke uitdaging. Mijn favoriete vak is wiskunde, dan volgen de wetenschappen, waarvan vooral fysica en chemie. Wat ik leuk vind aan chemie is dat je bij elke oefening de formules op een nieuwe manier kunt combineren om iets te berekenen. Je kunt ook veel toepassingen van chemie in het dagelijks leven ontdekken.’

Nore: ‘Ik wilde graag weten hoe het met mijn kennis gesteld was vergeleken met de andere deelnemers en hoe ver ik zou eindigen. Daarnaast zijn olympiades altijd een leuke uitdaging die je aanmoedigen om de leerstof die je in de klas ziet toe te passen op vraagstukken die je normaal gezien niet zou tegenkomen. Mijn chemieleerkracht heeft mij ook enorm gemotiveerd gedurende het hele traject door bijlessen te geven. Zo kon ik de leerstof die ik niet had gezien omdat ik geen wetenschapsrichting volg toch nog inhalen. Hij heeft ook eens een middag vrijgemaakt zodat ik op titraties kon oefenen samen met Arthur, de andere finalist van mijn school. Ik heb niet echt een favoriet vak. Er zijn namelijk drie vakken die voor mij boven alle andere uitsteken: chemie, biologie en Grieks.’

Heb je al eerder deelgenomen? Of wellicht ook voor andere vakken (natuurkunde, wiskunde?)

Camille: ‘Ik neem elk jaar deel aan de wiskunde-olympiade. Dit jaar heb ik de finale gemist met één puntje, wat heel spijtig was. Ik heb dit jaar ook deelgenomen aan de VCO uiteraard en ook aan de VFO, de fysica-olympiade, waar ik tot in de tweede ronde ben geraakt, maar niet in de finale.’

Nore: ‘Net zoals vorig jaar heb ik dit jaar meegedaan aan de olympiades van chemie, biologie, geografie en wiskunde. Ik ben dit jaar bij alle vier in de tweede ronde geraakt, maar alleen bij chemie en geografie heb ik ook de finale gehaald. Twee jaar geleden heb ik deelgenomen aan de junior olympiade van natuurwetenschappen en behaalde er zilver. Datzelfde jaar was ik ook een finalist van de wiskunde olympiade en heb ik België vertegenwoordigd voor de European Geography Olympiad bij de junioren waar ik brons behaald heb.’

Hoe is het traject bevallen: was het moeilijker dan je had gedacht of viel het mee? Wat waren de lastigste onderdelen? En wat was het leukst?

Camille: ‘Ik had me voor de eerste twee rondes voorbereid door edities van vorige jaren te maken. De vragen van dit jaar waren moeilijker dan die van vorig jaar, dus dat was wel even stressen toen ik ze ontdekte, maar uiteindelijk had ik op beide rondes voldoende tijd om over alle vragen na te denken en ze te beantwoorden.

De finale daarentegen was veel moeilijker dan ik had verwacht. Hoewel we drie uur de tijd hadden, was dat niet genoeg. Ik heb veel vragen moeten open laten. Gelukkig was het praktische gedeelte van de finale een stuk eenvoudiger en kon ik met een niet al te slecht gevoel naar huis gaan.

Het leukste van deze olympiade was de stage om de finale voor te bereiden. Ik vond het super interessant om les te krijgen van docenten van de universiteit. De stage heeft echt bevestigd dat ik van wetenschappen houd! Ook buiten de lessen was de stage super. We waren een hele leuke groep. We zijn gaan bowlen, squashen, ribbetjes gaan eten en we hebben veel gebabbeld en gekaart.’

Nore: ‘Ik heb maar één uur chemie in de week waardoor ik niet zo veel hoop had om ver te raken. Ik was al aangenaam verrast toen ik de tweede ronde haalde. En toen ik ook geselecteerd was voor de finale, kon ik het eerst niet geloven.

Alle rondes waren heel uitdagend en zeker niet gemakkelijk. Het moeilijkste vond ik het theorie-onderdeel van de finale. Daarbij werden vragen gesteld over leerstof die we tijdens de stage hadden gezien en die we niet krijgen in het secundair onderwijs.

Het leukste was zonder twijfel de stage. Iedereen heeft zich er geweldig geamuseerd en ik heb er fantastische mensen ontmoet. Ik was eerst bang dat er een competitieve sfeer zou hangen omdat we natuurlijk allemaal rechtstreekse concurrenten van elkaar waren, maar gelukkig was dat niet het geval.’

Weet je al wat je na de middelbare school wilt gaan doen?

Camille: ‘Ik ga aan de universiteit van Gent fysica en sterrenkunde studeren. Ik zou heel graag later onderzoek doen in de wetenschappen.’

Nore: ‘Volgend jaar ga ik geneeskunde of bio-ingenieurswetenschappen studeren.’

Kijk je uit naar de Internationale Olympiade? Hoe ver denk je dat je gaat komen?

Camille: ‘Ik kijk er enorm naar uit. Het is een echte uitdaging. Er is heel veel leerstof, dus ik ga na mijn examens nog veel moeten studeren. Ik vind het wel heel jammer dat het online doorgaat. Ik had graag mensen van andere landen ontmoet en China bezocht.’

Nore: ‘Het moet eerst nog tot mij doordringen dat ik echt ben geselecteerd. Spijtig genoeg heb ik niet zo veel voorbereidingstijd als ik zou willen. Ik ben nu bezig met mijn eindexamens en daarna moet ik studeren voor het toelatingsexamen van geneeskunde dat acht dagen voor de IChO plaatsvindt. Ik ga mij eerst daarop focussen en daarna heb ik nog enkele dagen om mij voor te bereiden op de olympiade. Net zoals bij de andere rondes ga ik gewoon mijn best doen en zien hoe ver ik raak.’

 

Onderwerpen