Aan biomarkers in de urine is mogelijk te zien of een kind lijdt aan autisme. Dat leiden onderzoekers van de University at Buffalo af uit nog ongepubliceerde meetresultaten.

Tot nu toe hebben Troy Wood en Charmion Cruickshank de urine van 10 kinderen, waarvan de helft autistisch, door een extreem gevoelige Fourier transform ion cyclotron resonance mass spectrometer van 1,74 miljoen dollar gehaald. Daar kwam onder meer uit dat de ‘autistische’ urine relatief lage concentraties stercobiline en gereduceerd glutathion lijkt te bevatten, zo blijkt uit het proefschrift waarop Cruickshanks een paar maanden geleden promoveerde.

Een tekort aan die stoffen wordt gezien als een indicatie voor oxidatieve stress, en er zijn inderdaad onderzoekers die in dat laatste een mogelijke oorzaak van autisme zien.

Het duo zou ook afwijkende concentraties van een handvol andere, niet nader genoemde stoffen hebben gezien. Alles bij elkaar zou dat een biomarkerprofiel moeten opleveren waarmee je enigszins betrouwbaar de diagnose ‘autisme’ moet kunnen stellen.

Wood geeft wel toe dat het aantal urinemonsters nog veel te klein is om geloofwaardige conclusies te trekken. Als iemand hem honderd extra plasjes van evenzovele autistische kinderen kan bezorgen, plus nog eens honderd van niet-autistische kinderen ter controle, dan kan hij het onderzoek serieus valideren.

bron: University at Buffalo

Onderwerpen