Reparatie van beschadigde weefsels en organen door het lichaam zelf: dat is het doel van regeneratieve geneeskunde. De resultaten zijn veelbelovend. Onderzoekers kweken al volledig functionele organen-op-een-chip en experimentele teruggroei van hartklepweefsel bij patiënten was een succes. 

‘Toch vindt de regeneratieve geneeskunde nog moeilijk zijn weg naar de kliniek’, zegt Carlijn Bouten, hoogleraar cel-matrix-interacties aan de TU Eindhoven. ‘Dit komt deels door technische belemmeringen en regelgeving. Maar tot voor kort kwam het vooral doordat we nog onvoldoende weten van de onderliggende principes.’ 

Dat verandert nu snel, volgens Bouten. Zij coördineert een tienjarig onderzoeksprogramma, getiteld Materials-Driven Regeneration (MDR), dat in 2017 van start ging onder het Zwaartekrachtprogramma van NWO. Het onderzoek vindt plaats in Eindhoven, Utrecht en Maastricht. ‘Nederlandse materiaalwetenschappers behoren wereldwijd tot de absolute top’, zegt Bouten. ‘En dat geldt ook voor de stamcelspecialisten die mini-organen kweken. Ik wilde die twee velden samenbrengen. Samenwerken aan manieren om het lichaam te verleiden tot zelfreparatie. Het lichaam is tenslotte de allerbeste reparatiemachine die je je maar kunt voorstellen.’ 

Bouten is tevreden met wat MDR in de afgelopen vijf jaar heeft bereikt. ‘We hebben nu een solide kennisbasis, die ook weer andere onderzoekers en instituten aantrekt. Samen kunnen we echt een groot verschil maken. De volgende stap is natuurlijk dat we met deze ontwikkelingen echt patiënten gaan helpen. De weg daarnaartoe is lang en ingewikkeld, maar ik ben ervan overtuigd dat we die droom werkelijkheid kunnen laten worden.’