Zwitserse vorsers introduceren de molografie als nieuwe diagnostische techniek. Sneller en veel minder bewerkelijk dan ELISA en andere traditionele assays, beloven ze in Nature Nanotechnology.

De naamgeving doet al vermoeden dat Christof Fattinger, Janos Vörös en collega’s zich hebben laten inspireren door de holografie. Het idee is dat je de gezochte moleculen specifiek laat binden aan een nano-patroontje op een chip. Zo ontstaat een ‘mologram’ dat laserlicht dusdanig verstrooit dat je even verderop een brandpunt krijgt. Precies op dat punt plaats je een lichtdetector; vandaar dat de techniek voluit ‘focale molografie’ heet.

Dat je te detecteren moleculen niet vooraf hoeft te labelen, scheelt een hoop werk. Maar het grootste voordeel is dat moleculen in het monster, die zich niet aan het mologram binden, verder ook geen invloed hebben op de meting. Uitgebreide monstervoorbewerking is dus niet nodig, en onderweg reagentia van assays af spoelen hoeft al evenmin.

Het maakt de techniek bij uitstek geschikt voor analyse van bloed en andere complexe biologische monsters. Je kunt de mologramchip zelfs onderin een celcultuur leggen, en meten hoe snel die een bepaald eiwit uitscheidt.

De Zwitsers maken de patroontjes door een dunne tantaaloxidefilm, die dient als lichtgeleider, te voorzien van een laagje lichtgevoelig polymeer. Met fotolithografische technieken etsen ze daar vervolgens een deel van weg.

Hoe de koppeling met het te detecteren molecuul daarna tot stand komt, hangt van de aard van dat molecuul af. Om een antilichaam te detecteren, garneer je bijvoorbeeld het patroon met het eiwit of de suiker waaraan dat antilichaam selectief hecht.

bron: ETH Zürich