In Chicago is een synthetisch eiwit gebouwd dat werkt als RAS-inhibitor. Daarmee hebben John O’Bryan en collega’s mogelijk een heilige graal van de oncologie te pakken, blijkt uit een publicatie in Nature Chemical Biology.
In de menselijke celbiologie circuleren drie van die RAS GTPases. Het zijn signaaleiwitten die een belangrijke rol spelen bij de celgroei en -deling. Bekend is dat bijna 30 % van alle tumoren gemuteerde RAS-genen bevatten; bij alvleesklierkanker is het zelfs bijna 90 %. Het verband tussen die mutaties en de tumorgroei is nog onduidelijk, maar proberen de groei te remmen door RAS te blokkeren ligt voor de hand. Alleen heeft tot nu toe nog niemand een RAS-inhibitor kunnen vinden die meer is dan alleen maar veelbelovend.
O’Bryan probeert het nu met zogeheten monobodies. Dat zijn synthetische eiwitten, afgeleid van een onderdeel van het natuurlijke eiwit fibronectine. De werking komt overeen met die van antilichamen, maar monobodies zijn veel kleiner en stabieler. Daardoor kun je ze ook inzetten in het inwendige van een cel, terwijl antilichamen alleen buiten de cel functioneren.
Met wat proberen kwam een monobody genaamd NS1 bovendrijven dat twee van de drie RAS-eiwitten bindt: H-RAS en K-RAS. Het hecht zich daarbij niet aan de actieve plek die voor de signaalfunctie van RAS zorgt, maar een eind verderop. Toch blijkt het de werking van RAS te blokkeren. Vermoedelijk voorkomt het dat het eiwit een dimeer kan vormen, en zonder die dimerisatie wordt RAS niet actief.
Zelfs als NS1 nooit uitgroeit tot een werkzaam medicijn, levert het zo uiterst waardevolle informatie over het werkingsmechanisme van RAS-eiwitten, en over de reden dat de drie bekende verschijningsvormen zich zo verschillend gedragen..
bron: University of Illinois at Chicago
Nog geen opmerkingen